Anno a nativitate ejusdem Domini millesimo quadringentesimo tricesimo primo, ... vicesima mensis novembris.
Bij testament beleden voor notaris Cornelis Grymer, laat Catharina, vrouw van Jan gezegd van Ringhelberch, kasteelheer van Sint-Geertruidenberg, samen met haar gemaal, een cijns van één oud schild aan de priorin Vander Sterren ten bate van haar convent, volgens inhoud van schepenbrief van 18 Febr. 1386 (nr. 145).
Anno a nativitate ejusdem Domini millesimo quadringentesimo tricesimo primo, ... vicesima mensis novembris.
Bij testament beleden voor notaris Cornelis Grymer, laat Catharina, vrouw van Jan gezegd van Ringhelberch, kasteelheer van Sint-Geertruidenberg, samen met haar gemaal, een cijns van één oud schild aan de priorin Vander Sterren ten bate van haar convent, volgens inhoud van schepenbrief van 18 Febr. 1386 (nr. 145).
Op rugzijde : Van eenen ouden schilt xxviij st. — den ouden scild tot Rosendael van haren clegels gecort (XVIIe e.). — A° 1431, 20 novembris. Dedit monasterio eenen ouden goude ghentsche schilt, 28 st. Catharina uxor Jois van Ringelberch. Den rentbrief in dato 1386 sondach van S. Peter inden Winter. H. (XVIIe e.). — H. (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. B, fol. 26 ; cart. C, 232.