Schepenen van Eersel oorkonden dat Arnt Ihans Kosters van Eersel en zijn moeder Aleyt schuldig zijn aan broeder Heinric, de kellenaar van Postel, ten behoeve van de kellerij een erfcijns van 15 oude groot uit al het goed dat Jhan die Koster en zijn vrouw Alijt verkregen hadden uit een deling met Nyclaus van Parweys en dat vroeger van heer Heinric, persoon van Eersel, was.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Arnt Ihans Kosters van Eersel en zijn moeder Aleyt schuldig zijn aan broeder Heinric, de kellenaar van Postel, ten behoeve van de kellerij een erfcijns van 15 oude groot uit al het goed dat Jhan die Koster en zijn vrouw Alijt verkregen hadden uit een deling met Nyclaus van Parweys en dat vroeger van heer Heinric, persoon van Eersel, was.