Notaris Petrus de Platea de Helmont, clericus van Luik, instrumenteert dat Johannes en Martinus geheten van den Eynde, zoons van Johannes geheten van den Eynde, namens zichzelf en hun broer Lambertus ten behoeve van Postel afstand gedaan hebben van hun rechten op een stuk bouwland, geheten die Boecht, in Lierop op een plaats geheten Herselt, grenzend aan goed van Postel, en verklaren af te zien van alle verdere acties tegen het huis van Postel en tegen heer Nicholaus de Blochem, meester en provisor van dat huis, ten aanzien van de hoeve Ten Eynde in Hersel bij Lierop. Gedaan in Lierop voor het woonhuis van Johannes geheten Ridders, met als getuigen Wilhelmus de Kiglo, Arnoldus de Dorne, Lippertus de Eyke en zijn broer Wilhelmus, allen armiger, Johannes geheten de Moersel en Arnoldus de Ravenecker.
Notaris Petrus de Platea de Helmont, clericus van Luik, instrumenteert dat Johannes en Martinus geheten van den Eynde, zoons van Johannes geheten van den Eynde, namens zichzelf en hun broer Lambertus ten behoeve van Postel afstand gedaan hebben van hun rechten op een stuk bouwland, geheten die Boecht, in Lierop op een plaats geheten Herselt, grenzend aan goed van Postel, en verklaren af te zien van alle verdere acties tegen het huis van Postel en tegen heer Nicholaus de Blochem, meester en provisor van dat huis, ten aanzien van de hoeve Ten Eynde in Hersel bij Lierop. Gedaan in Lierop voor het woonhuis van Johannes geheten Ridders, met als getuigen Wilhelmus de Kiglo, Arnoldus de Dorne, Lippertus de Eyke en zijn broer Wilhelmus, allen armiger, Johannes geheten de Moersel en Arnoldus de Ravenecker.