Gerardus de Eyck, abt van Floreffe, oorkondt dat hij toestemming geeft aan broeder Guilhelmus vander Hegghen, gasthuismeester van Postel, om een stuk land te Olmen, geheten "des gastmeesters zilken van Postel" in erfpacht uit te geven.
Gerardus de Eyck, abt van Floreffe, oorkondt dat hij toestemming geeft aan broeder Guilhelmus vander Hegghen, gasthuismeester van Postel, om een stuk land te Olmen, geheten "des gastmeesters zilken van Postel" in erfpacht uit te geven.