Archieven

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inleiding

Inleiding H. Essink, 1964

Aanvullende inleiding Sint-Catharinagasthuis, 2019

Regestenlijst.

De regesten zijn gemaakt door de inventarisator Essink. Ze geven een korte samenvatting van de charters tot 1600, maar alleen als ze betrekking hebben op het Land van Cuijk. Essink:

De in de latijnstalige oorkonden voorkomende woorden en termen als: Gravia, hospitalis, mensa sancti Spiritus en Platea Publica vertalen wij met: Grave, gasthuis, H.Geesttafel en Gemene(dit is openbare) Straat.
Gelatiniseerde geslachtsnamen in dergelijke oorkonden, bijvoorbeeld: de Gravia, de Malden en de Wijchen geven wij met: van der Graaf (van Grave), van Malden en van Wijchen weer.
Alle regesten zijn gemaakt aan de hand van oorspronkelijke, d.w.z. originele op perkament beschreven stukken. De vermelding: oorspronkelijk op perkament laten wij achterwege.
Het tussen ( ) staande getal achter het regestnummer verwijst naar het nummer van de inventaris van het gasthuisarchief.
Bij de regesten van veertiende eeuwse oorkonden laten wij de vermelding van eeuw en jaar bij de weergave van de dateringstekst achterwege.
Bij de betalingsdatum van cijnsen en renten, meestal vernoemd naar een feestdag van 0.L.Heer, de H. Maagd, Apostelen en andere gecanoniseerden zetten wij de kalenderheilige tussen ( ) achter de moderne datum, bijvoorbeeld: 1 mei (Sint Walburgis),17 september (Sint Lambert), enz.
De vermelding mauder is gelijk aan malder.
Wanneer iets onleesbaar is wordt dit vervangen door .....

1291-1330

1331-1350

1351-1380

1381-1399

1400-1471

1472-1498

1500-1529

1530-1548

1550-1599

618 1550 februari 4.
Goert vanden Broick en Henrick Nolken, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Margryet, weduwe van Jan Beltkens;
2)haar zoon Jan Beltkens;
3)haar dochters Lyske,Dericxke en Anneke Beltkens aan mr.Derick Bouwman, geesthuismeester te Grave, t.b.v. de armen in het geesthuis, opgedragen hebben een op 29 september te betalen rente van 1 gelderserijder - ter waarde van 23 brab.stuivers - , gevestigd op 3 huiskes

619 1550 februari 21.
Gemene schepenen te Beers oorkonden, dat Diemer Reyntkens en Meye e.l. aan Mr. Jacop Doell en Jan van Ewick, provisoren van het Graafse Sint Catharinagasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, opgedragen hebben een rente van 3 phil.gls. - elke gulden ter waarde van 25 Brabantse stuivers - , te betalen op Sint Petersavond ad Cathedram (21 februari) en gevestigd op:
a)een huis en hofstad met ongeveer 1½ morgen land, gelegen met de ene zijde naast het erf van Jan van Gerwen en met de andere zijde naast het erf van Jan Henrix, schietend met het ene eind op het erf van de erfgenamen van Jan van Gerwen en met het andere eind opt gemeyne Broick;
b)een stuk land van ongeveer 2 hollandse morgen,gelegen naast het land van de joffer van Gerwen met de ene en met de andere zijde naast de erven van Derick Collarts en van Frans van Steenhuijs, met het ene eind schietend op het erf van Joest van Erp en met het andere eind op het erf van Cornelis van Beerss;
c)een stuk erf, gelegen naast den Hogenwech en ongeveer een ½ morgen groot;
d)ongeveer een ½ morgen land bij het erf van Arnt Visschers gelegen.

620 1551 maart 27.
Wylhem van Wamell en Jan vander Veldt, schepenen te Grave oorkonden, dat Wolter van Wamell, armenmeester te Grave, vanwege de armen aldaar,verklaard heeft, dat Mary van Lent op pachtdag met 17 brab.gls. - elke brab.gl. ter waarde van 20 brab. stuivers - mag lossen een op pasen te betalen rente van 1 brab.gl., gevestigd op een huis en erf, zoals in de erfbrief vermeld

621 1551 juli 25.
Jan van Aeken en Wylhem van Wamell, schepenen te Grave, oorkonden, dat Steffen Beltkenz, dienaar der armen te Grave, vanwege de armen, een panding verricht heeft op alle goederen, die Huybert Gherytssoen heeft liggen in de vrijheid van Grave. Transfix

622 1551 november 25.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Jan Jacopssoen aan Wyllem Monnick, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, heeft opgedragen een rente van 1½ phil.gl., te betalen op 25 november en gevestigd op een huis hofstad en land van ongeveer een ½ hollandse morgen, gelegen bij dat Ven

623 1551 december 30.
Jacob vanden Broeck en Jacop Touwman, schepenen te Grave, oorkonden, dat Henrick Nolke en Henrixke, de dochter van wijlen Peter Raymaker, e.l. aan mr.Derick Bouwman, t.b.v.het geesthuis te Grave, opgedragen hebben een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is en
die gewag maakt van een rente van 1½ phil.g1.(25-3-1525). Transfix

624 1552 februari 1.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Lucas Janssen en Lyes e.l. aan Wylhem Monnick, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van een spinding tijdens elke quatertemperperiode, ter nagelachtenis van Cornelis Camerlinck en diens dochter Henryske, opgedragen hebben een op 1 februari te betalen rente van 1 malder rogge, gevestigd op een huis, hof, land van ongeveer 4 hollandse morgen, gelegen bij de gemeynt.

625 1552 april 2..
Jan van Hollant en Henrick Roloffz van Myrlaer, schepenen te Grave, oorkonden, dat Steffen Beltkenz, dienaar der armen van Grave, van 's herenwege en ten behoeve van voornoemde armen, zich heeft doen inleiden in zijn gewonnen goed en ruiming gezonnen heeft krachtens de aangerIchtsbrief (25-7-1551), waar deze transfixbrief doorgestoken is.Transfix

626 1552 juni 17.
Jacob vanden Broeck en Henryck Loeffz, schepenen te Grave, oorkonden, dat mr. Deryck Bouwman, heer Henryck Lambertz en heer Herman Coenen, als uitvoerders van het testament van wijlen Henrixke Kemerlyncx, met haar erfgenamen aan Wylhem Monyck, gasthuismeester te Grave, opgedragen hebben een kamp lands, zoals in de erfbrief (27-1-1531) vermeld om met de jaarlijkse opbrengst van die kamp de huisarmen jaarlijks wollen doeken te geven. Transfix

627 1552 juni 17.
Jacob vanden Broeck en Henrick Loeffz, schepenen te Grave, oorkonden, dat Mr.Deryck Bouwman enz., aan Wylhem Monyck, gasthuismeester te Grave, om de huisarmen honderd paar schoenen te geven, opgedragen hebben een schepenbrief met een transfix, waar deze brief doorgestoken is en die gewag maakt vaneen rente van 3 phil.gls. (24-1-1530 en 21-10-1537). Transfix

628 1552 juni 17.
Jacob vanden Broeck en Henryck Loeffz, schepenen te Grave, oorkonden, dat mr. Derijck Bouwman enz., aan Wylhem Monijck, gasthuismeester te.Grave, opgedragen hebben een rente van 3 phil.gls., zoals in de erfbrief (30-9-1523) vermeld om jaarlijks op het jaargetijde van Cornelis Kemerlyncx en diens dochter Henrixke aan de armen spek, brood en andere mondkost te geven. Transfix

629 1552 juni 17.
Jacob vanden Broeck en Henryck Loeffz, schepenen Grave, oorkonden, dat Mr.Deryck Bouwman enz., aan Wylhem Monynck, gasthuismeester te Grave, t.b.v.de armen aldaar, opgedragen hebben een rente van 3 phil.gls., zoals in de erfbrief vermeld (27-5-1528). Transfix

630 1552 juni 17.
Jacop vanden Broeck en Henrick Loeffz, schepenen te Grave, oorkonden, dat mr.Derick Bouwman enz., aan Wyllem Monyck, gasthuismeester te Grave, om de huisarmen op de vier quatertemperdagen en wel op elke quatertemperdag met 4 malder rogge of 4 goudgls. te spinden, opgedragen hebben een schepenbrief, waar deze transfixbrief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 2 rijnsgls.(20-12-1527). Transfix

631 1552 juni 17.
Jacop vanden Broeck en Henrick Loeffz, schepenen te Grave, oorkonden, dat mr. Deryck Bouwman enz., aan Wyllem Monycks, gasthuismeester te Grave, om op het jaargetijde van Cornelis Kemerlyncks en diens dochter Henricxke aan de armen brood en spek te spinden, opgedragen hebben een schepenbrief met 3 transfixen, waar-deze transfix doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 3 rijnsgls.(20-5-1500 en 1-1-1523). Transfix

632 1552 juni 17.
Jacop vanden Broeck en Henrick Loeffz, schepenen te Grave, oorkonden, dat mr. Derick Bouwman enz., aan Wyllem Monyck, gasthuismeester te Grave, om de huisarmen jaarlijks in de vasten te spinden met 2 amen olie, opgedragen hebben een schepenbrief, waar deze transfixbrief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 3 rijnsgls.(29-5-1512). Transfix

634 1552 juni 17.
Jacop vanden Broeck en Henrick Loeffz, schepenen te Grave, oorkonden, dat mr. Derick Bouwman enz., aan Wilhem Moenick, gasthuismeester te Grave, om de armen jaarlijks 15 wollen rokken te geven, opgedragen hebben een schepenbrief, waar deze transfixbrief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 3 rijnsgls.(2-9-1513). Transfix

635 1552 juni 17.
Jacop vanden Broick en Henrick Loeffz ,schepenen te Grave, oorkonden, dat mr. Derick Bouwman enz., aan Wilhem Moenick,gasthuismeester te Grave, om de armen jaarlijks 15 wollen rokken te geven, opgedragen hebben een schepenbrieflwaar deze transfixbrief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 3 rijnsgls.(8-1-1522). Transfix

636 1552 juni 17.
Jacop vanden Broyck en Henrick Loeffz, schepenen te Grave, oorkonden, dat mr. Deryck Bouwman enz., aan Wyllem Moenyck, gasthuismeester te Grave, om jaarlijks in de vasten: 2 amen olie aan de huisarmen te verstrekken, opgedragen hebben een schepenbrief, waar deze transfixbrief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 3 rijnsgls.(24-3-1523). Transfix

637 1552 juni 17.
Jacop vanden Broeck en Henrick Loeffs, schepenen te Grave, oorkonden, dat mr. Deryck Bouwman enz., aan Wyllem Monijcks, gasthuismeester te Grave, t.b.v. een spinding der huisarmen in de vastentijd met 2 amen olie, een schepenbrief met twee transfixen, waar deze brief doorgestoken is en die gewag maken van een rente van 4 malder rogge, op 10-10-1524 geconverteerd in een rente van 3 phil.gls.en 12 brab.stuivers (10-10-1515; 20-8- 1521 en 10-10-1524).

633 1552 juni 17.
Jacop vanden Broeck en Henrick Loeffz, schepenen te Grave, oorkonden, dat mr.Deryck Bouwman enz., aan Wylhem Monycks, gasthuismeester te Grave, t.b.v. 4 spindingen op 4 quatertemperdagen voor de huisarmen en elke spinding zal bestaan uit 4 malder rogge of 4 goudgls., opgedragen hebben een schepenbrief met een transfix (12- 4-1512) waar deze transfixbrief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 1½ malder rogge. Transfix

638 1552 juni 18.
Jacob vanden Broeck en Henrick Loeffs , schepenen te Grave, oorkonden, dat Wylhem Moenick, gasthuismeester te Grave, namens het gasthuis en krachtens het testament van Cornelis Kemerlyncx en van diens dochter Henricxke Kemerlyncx, aan Uwe vanden Broeck, rector van de gasthuiskapel te Grave, en diens rechtsopvolgers heeft opgedragen een op 24 juni te betalen rente van 12 phil. gls., gevestigd op een inden Marsschen bij de gemene en de Starth gelegen kamp lands losbaar met 300 phil. gl.

639 1552 juli 3.
Schepenen te Gassel oorkonden, dat:
1)Mr. Derick Bouwman, kanunnik op het Slot te Grave;
2)heer Herman Geritssoen, kanunnik van de Graafse Sint Elisabethskerk;
3)heer Henrick Lambertssoen van Nystelraey, vicaris in voornoemde kerk,- allen priesters en uitvoerders van het testament of de uiterste wil van Cornelis Kemerlings z.g.en diens dochter Henriske z.g. - hebben opgedragen aan Willem Monicks, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van dat gasthuis, twee Gasselse schepenbrieven, die gewag maken van een rente van:
a) 3 rijnsguldens;
b) 4 rijnsguldens.
Transfix

640 1552 augustus 6.
Jan van Esscheren en Jan Roloffs, schepenen te Cuk, oorkonden, dat meester Derick Bouman, kanunnik, heer Hermen Geritssoen, kanunnik, en heer Hanrick Lambertssoen, vicarius, als executeurs-testamentair van Cornelis Kemerlingh en diens dochter Hanriske z.g., aan het Graafse gasthuis, ten behoeve van de huisarmen, opgedragen hebben een erfbrief, die gewag maakt van een rente van 3 gls. Transfix

641 1552 december 12.
Jacob vanden Broyck en Hanryck Nolkens, schepenen te Grave, oorkonden, dat Wilhem Monyck, als gasthuis- en armmeester, met consent van de stedelijke raad van Grave en van de provisoren Wilhem Daemssoen en Jan van Tryst, aan Peter Goessenssoen heeft opgedragen een op 12 december te betalen rente van 3 brab.gls., gevestigd op alle in de vrijheid van Grave gelegen gasthuis- en armengoederen. Transfix

642 1553 februari 12.
Schepenen te Escharen oorkonden, dat Johan Ebben en Wellen Henrixsoen, als gezworen burgermeesters van 's herenwege aangesteld over de Escharense gemeynt met consent van ambtman Johan van Gaelen en rentmeester Jasper van Eijck - verklaard hebben:
ten eerste tot nut en profijt van het kerspel en de gemeynt van Escharen uit handen van Wijllem Monnijck, huismeester van het Sint Catharinagasthuis te Grave, een som penningen ontvangen te hebben; ten tweede dat vóór de tijd van Wijllem Monnijck slechts sprake was van één gasthuishof te Velp (cf.18- 1-1508) en er momenteel door deling twee gasthuishoven te Velp zijn en dat de bouwlieden van die gasthuishoven hun vee op de Escharense gemeynt mogen weiden. Transfix

643 1553 oktober 7.
Jan Lambertssoen en Jan Celen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Jan van Brey en Lynke e.l. aan Wyllem Monnyck, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van 120 ellen linnen lakens voor de armen, hebben opgedragen een erfheemradenbrief, die gewag maakt van een rente van 6 phil.gls. Transfix

644 1553 oktober 14.
Schepenen te Escharen oorkonden, dat Jan van Breij en Lijndtge e.l. ten behoeve van het Sint Catharinagasthuis te Grave, enige waarborgen gesteld hebben in verband met een transport of opdracht van een rente van 6 phil. gls., gevestigd op in het Hollanderbroek gelegen goederen. '

645 1554 april 21.
Schepenen te Gassel oorkonden, dat Peterke, weduwe van Arnt die Haen, heeft opgedragen aan Willem Monnick, gasthuismeester en gouverneur van het Graafse Sint Catharinagasthuis, ten behoeve van dat gasthuis en de armen, een kampke land van ongeveer 1 morgen, gelegen bij.de gemene straat.

646 1554 juni 6.
Derick Zew en Geryt Robberts, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Vosch en Maryke e.l. aan Wijlhem Monijck beloofd hebben - gedurende de minderjarigheid van Jenneke, de dochter van voornoemde Marike - afstand te zullen doen t.b.v.Monijck voornoemd van een in het gericht van Velp gelegen halve kamp, genaamd Huybkenscamp en grenzend aan het erf van het Graafse gasthuis.

647 1554 september 20.
Jan Vos, Gerit Marsman en Huyb Gybensoen, schepenen te Velp, oorkonden, dat Willem Monick en-Thoniske e.l. aan voornoemde Monick, als meester, t.b.v.het gasthuis en de armen binnen Grave, opgedragen hebben een te Velp bij de wetering gelegen halve kamp lands, genaamd Huybkenscamp.

648 1554 oktober 1.
Schepenen te Gassel oorkonden, dat:
1)Jane die Bruyn Janssoen en Geritke e.l.;
2)zijn zonen Jan en Peter bij wijlen zijn huisvrouw Ike Peter Claesdochter,die representeren:
2a)hun volle zuster Marike;
2b)hun halfbroer Jan, gesproten uit de echt van hun vader met wijlen Hermke Zegersdochter Verbeest, hebben opgedragen aan Willem Monnicks, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis en de armen, een kamp land, genaamd Ymmenberch

649 1554 november 13.
Schepenen te Gassel oorkonden, dat Peterke, weduwe van Arnt die Haen, heeft opgedragen aan Lyske, weduwe van Tys van Gyerenberch, een huis en hofstad met land ongeveer 1½morgen groot en gelegen bij die Voirt. Transfix

650 1555 maart 8.
Deryck van Helmondt en Geryt Robbetts, schepenen te Grave, oorkonden, dat zuster Heeske van Kessel, onder-procuratrix, en zuster Lenertke, mercatrix, van het convent van Oostrum, namens dat convent, aan Wylhem Monyck, gasthuismeester te Grave, t.b.v.de armen, opgedragen hebben een schepenbrief met een transfix, waar deze brief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 3 phil.gls.(20-5-1540). Transfix

651 1555 mei 6.
Schepenen te Mill oorkonden dat de uitvoerders van het testament van Cornelis Kemerlynx en diens dochter Henrixke aan Wyllem Monnyck, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van 1 spinding tijdens elke quatertemperperiode aan de armen in het choor van Sint Elisabeth in de Graafse kerk, hebben opgedragen een erfbrief met drie transfixen, waar deze brief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 3 malder rogge. Transfix

652 1555 november 7.
Henrick Roloffz van Meerlaer, burgermeester, en Williem Daemssoen, schepen, te Grave, oorkonden, dat Reyner Martenssoen vander Moelen aan Cornelis Anthony, secretaris heeft opgedragen zijn aandeel in een huis en erf, waar:
1)mr.Anthonis en Agneess e.l.;
2)Catheryna, de zuster van Cornelis voornoemd en in leven huisvrouw van Reyner voornoemd, in verstorven zijn en welk huis en erf met een grote koolhof gelegen is achter dye cleyn huyskens bij Cranevelt. Transfix

653 1556 februari 14.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Herman Henrickssoen en Mary e.l. aan Jacop Henrick Bertoltzsoen en Anna e.l, hebben opgedragen een rente van 3 malder rogge en 3 phil.gls., te betalen op 1 februari en gevestigd op een huis, hof en land van ongeveer 2 hollandse morgen, gelegen bij het erf van het Sint Anthonisaltaar te Mill en bij de gemeynt. Transfix

654 1556 april 17.
Henrick Roloffz van Neerlaer, burgermeester, en Derick van Helmondt, schepen,te Grave, oorkonden, dat Cornelis Anthony, secretaris te Grave, en Ghertruyt e.l. aan de e(rentfeste) en vrome Vyncentius Vaeck opgedragen hebben een huis, erf en koolhof (7-11-1555). transfix

655 1556 mei 25.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Jacop Claessoen en Net e.l. aan Jacop Henrickssoen en Anna e.l. hebben opgedragen een erfschepenbrief van Mill, die gewag maakt van een rente van 1 phil.gl. Transfix

656 1556 juli 11.
Derick van Helmondt en Gheryt Robbertz, schepenen te Grave, oorkonden, dat Peter Goessenssoen en Ghertruyt e.l. aan zuster Aelke Peter Marsmansdochter opgedragen hebben een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 3 car.gls. (12-12-1552). Transfix

657 1557 februari 14.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Henrick Henrickssoen. en Luyt e.l. aan Jacop Claessoen en Nett e.l. hebben opgedragen een op 1 februari te betalen rente van 3 phil.gls., gevestigd op een huis, hof en land van ongeveer 2 hont, gelegen bij de gemeynt. Transfix

658 1557 maart 22.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Wyllem Monnijck, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van het gasthuis aldaar verklaard heeft, dat Goessen Henrixsoen, de snijder, en Leen e.l. op pachtdag (paaszaterdag) met de pacht en een bedrag van 16 phil.gls. kunnen lossen een rente van 1 malder rogge

659 1557 augustus 8.
Frederick Coeberch en Lambert ingen Heess, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Wijllemke Henrixdochter van Boeckhollt met haar zoon Gerit aan Wijllem Monijcks,
gasthuismeester van het Graafse Sint Catharinagasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, heeft opgedragen alzulk erf en versterf als haar was aanverstorven van wijlen haar tante Hennijke van Boeckholt

660 1557 augustus 10.
Gemene schepenen te Beers oorkonden , dat Wijllemke Henricksdochter van Boeckhollt met haar zoon Gerit, aan Wijlem Monnijck, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van het Graafse Sint Catharinagasthuis, heeft opgedragen alzulk erf en versterf als Wijllemke voornoemd was aanverstorven van haar tante Hennijke van Boeckholltz en gelegen in de jurisdictie van Beers.

661 1557 december 8.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Ermbolt Janssen Verbeeck en Met e.l. aan Wyllem Monnyck, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van de armen, opgedragen hebben een erfbrief, die gewag maakt van een rente van 1 malder rogge. Transfix

662 1558 februari 15.
Derick Arntssoen en Thyes Janssoen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Derick Goirtssoen en Styn e.l. aan Wyllem Monnyck, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, opgedragen hebben een op 1 februari te betalen rente van 1 malder rogge, gevestigd op een huís, hof en land van ongeveer 11 hont, gelegen bij het erf van het Sint Thonisaltaar in de Millse kerken bij dat Cleen ven

663 1558 maart 16.
Johan Vos en Geert Marsman, schepenen te Velp, oorkonden, dat:
1)Peter Janszoen van Aken, als oom en momber van de minderjarige kinderen van Roelof van Aken;
2)Henrick Horkenstals gemachtigde van Frederick van der Aa en Aleyt Aert Horkensdochter e.l.
aan Willrm Monnick, geesthuismeester te Grave, t.b.v. het geesthuis en de armen aldaar opgedragen hebben een op halfvasten te betalen pacht van 4 gls.en 5½ brab.stuivers, gevestigd op in het gericht van Velp gelegen goederen.

664 1559 juli 9.
Schepenen te Gassel oorkonden, dat de gezamenlijke erfgenamen van Lyss Thijssen van Gierenberch hebben opgedragen aan Lambert Derick Lenaertzsoen en Merrij e.l. een erfbrief, waar deze brief doorgestoken is en die gewag maakt van een huis en hofstad met ongeveer 1½ morgen land. Transfix

665 1559 september 15.
Jan vander Velde en Jan Coenen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Peter Dymers een panding verricht heeft op de in de vrijheid van Grave gelegen goederen van Anna van Berynge.

666 1560 januari 31.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Jan van Hoeij en Lijss e.l. aan Peter vanden Broeck, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van de arme luiden, hebben opgedragen een rente van 6 malder rogge, te betalen op 1 februari en gevestigd op 3 morgen groesland, gelegen bij de gemeynt en op een huis, hofstad en land van ongeveer 24 roeden

667 1560 oktober 31..
Jan vanden Veldt en Jan Coenen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jacop Ghyebenssoen, raaimaker, en Jenneke e.l. aan Jan Wouterssoon, smid, hebben opgedragen een op 31 oktober te betalen rente van 3 phil.gls., gevestigd op:
a)een in de oliestraat gelegen huis en erf;
b)een aan de Schythstege gelegen koolhof; losbaar op pachtdag met 50 phil.gls. - elke phil.gl.ter waarde van 25 brab.stuivers

668 1561 april 15.
Herman vander Geest en Jan Veler Derixsoen schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Jan Moer en Zijdtge broeder Johan Haenen, Priester en pater van het convent en godshuis, genaamd Jeruzalem, te Venray in het Land van Kessel,ten behoeve van dat convent, opgedragen hebben een op 21 februari te betalen rente van 3 phil.gls., elke phil.gl.ter waarde van 25 brab.st. , gevestigd op een kamp hooilands, genaamd den Tusacker, gelegen bij het gemene broek

669 1562 februari 10.
Herman vander Geest en Jan Veler Derixsoen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Wijllem Rommenssoen en Erke e.l. c.s.aan Peter vanden Broeck, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van dat gasthuis opgedragen hebben een erfbrief, die gewag maakt van een rente van 4 phil.gls. Transfix

670 1562 april 14.
Wilhem van Wamell en Gheryt Robbertzs schepenen te Grave, oorkonden, dat Ermke van Aldezee aan Ariaen Henricxs soon van Oss en Henricxke e.l. heeft opgedragen een in het Sint Jorisstraatke gelegen huis en erf

671 1562 mei 1.
Wyllem van Wamell en Lambert Vervoort, schepenen te Grave, oorkonden dat:
1)Willem Rommen en Eerke e.l.;
2)Leuwe Derickzsals van 'sherenwege aangestelde momber over de minderjarigen Wemmer, Herman en Anneke Rommen aan Jacop Vervoert, geesthuismeester te Grave, t.b.v.de armen aldaar, opgedragen hebben een schepenbrief, waar deze transfix doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 3 brab.gls.(12-1-1548). Transfix

672 1562 juli 17.
Gheryt Robbertz en Lambert Vervoert, schepenen te Grave: oorkonden, dat Maximiliaen Spoeremaecker en Lenertke e.l. ener- en Jan Holl en Ike e.l. anderzijds een burenrechtelijke overeenkomst gesloten hebben

673 1564 januari 25.
Jacop vanden Broeck en Jan Daemssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat mr. Derick Bouwman en Jan Geritssoene, als uitvoerders van het testament van wijlen Willem Monnicx die Alde, aan Peter vanden Broeck, gastmeester, t.b.v.de armen van Grave,opgedragen hebben een op vrijdag na halfvasten te betalen rente van 6 brab.gls., gevestigd op een in de Mersch bij de Horssensschengraeff gelegen kamp lands, en welke rente dienen zal tot een jaarlijkse op vrijdag na halfvasten aan de schamele huisarmen te verrichten spinding; losbaar op pachtdag met de pacht en 100 phil.gls

674 1564 februari 1.
Schepenen te Escharen oorkonden, dat Arnt Derixsoen en Lijss e.l. aan Mett Ricken weduwe opgedragen hebben een een op 1 februari te betalen rente van 2 phil.gls. -elke phil.gl.ter waarde van 25 brab.st. - en gevestigd op een huis, hofstad en land van 2 morgen, gelegen bij den Hijlssenweech en de gemeynt. Transfix

675 1564 april 17.
Jan Coenen en Leeuw Derixssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat mr. Pauwels-Raessen en Willem van Wammel, burgermeesteren der stad Grave, - op bevel van de gemene raad der stad Grave - aan Peter vanden Broecke, gastmeester, en aan Jan van Kessel en Thys Gremmen, provisoren van het gasthuis te Grave, t.b.v.de armen en de bouw van een nieuw gasthuis, opgedragen hebben twee naast de dijk en door muren omgeven huizingen met koolhof, erf en bongerd

676 1564 juli 13.
Herman vander Geest en Jan Veler Derixsoen, schepenente Cuijk, oorkonden, dat Kerstgen Jan Roeloeffzsoen en Enneke e.l. aan Peter vanden Broeck, gasthuismeester te Grave ten behoeve van het Sint Catharinagasthuis al daar een erfdienstbaarheid van weg voor een onder Linden gelegen kamp lands, genaamd dat Luttellbroeck, opgedragen hebben.

677 1564 december 16.
Schepenen te Escharen oorkonden, dat Goert Loo en Geertge e.l. aan Joest Haenen en Jutt e.l. opgedragen hebben een rente van 1 malder rogge, zoals vermeld in een erfbrief, waar twee transfixen doorgestoken zijn, die gewag maken van een rente van 2 malder rogge en gevestigd op goederen, die het Graafse gasthuis in gebruik heeft. Transfix

678 1565 februari 1.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Henrick Hermans en Weijndell e.l. aan Peter vanden Broeck, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, opgedragen hebben een rente van 2 brab.gls., te betalen op 1 februari en gevestigd op:
a)2 stukken teelland, tesamen 2 hollandse morgen en aan elkaar belendend en gelegen bij de gemene weg;
b)een hooikampke van ongeveer 4 hont, gelegen bij de gemene straat

679 1565 mei 6.
Jan Coenen en Leeuw Dericxsoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat;
1)Peter Diemers en Heylke e.l.;
2)Jan Noot en Lyske e.l.;
3)Jan Liefflender en Ymmel e.l.
aan Jan Diemers en Lyske e.l. opgedragen hebben hun aandeel in een aan de Borchstraete gelegen huis en erf waar Herman Diemers in verstorven is.

680 1566 februari 1.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Peter Elbertssoen en Luyt e.l. aan Henrick Hermanssoen en Wyndelke e.l. opgedragen hebben een op 2 februari te betalen rente van 1½ phil.gl.,gevestigd op een stuk land van ongeveer 1 hollandse morgen.

681 1566 november 16.
Luenis Verhorst en Jan van Kessel, schepenen te Grave, oorkonden, dat Willem Willemssoen van Ray, leidekker, en Cornelia e.l. aan Peter vanden Broeck,armmeester te Grave, t.b.v.het gasthuis en de armen aldaar, opgedragen hebben een op 31 oktober te betalen rente van 2 car.gls., gevestigd op een in de kerkstraat gelegen huis en erf ; losbaar met 32 car.gls..

682 1567 april 21.
Jacop Haenen en Jan van Kessel, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Gertke,weduwe van Goirt de Cuyper;
2)Jan de Cuyper Goertssen en Jenneke e.l.;
3)Aert Goertssen en Goeske e.l.;
4)Henricxke, dochter van Goirt de Cuyper voornoemd;
5)Heeske weduwe van Derick Goirtssen, met ge en onmondige kinderen Claes en Willemke, aan Jan Artssen, snijder, en Neeske e.l. opgedragen hebben een in de Hoofsestraat gelegen huis en erf

683 1567 juni 22.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Thonis Wyllemssoen en IJdtge e.l. aan Jan Verheijen Derixssoen en Henriske e.l. hebben opgedragen een stuk peelland, gelegen naast de Baen. Transfix

684 1567 augustus 4.
Luenis Verhorst en Lambrecht Wolffs, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan van Lyth, als gemachtigde van Jan Tourman te Nijmegen, een panding verricht heeft op de in de vrijheid van Grave gelegen goederen van de nagelaten kinderen van wijlen Willem Monicx, waar Jan Monicx momber over is (2-11-1567 en 5-12-1567). Transfix

685 1567 oktober 29.
Luenis Verhorst en Lambrecht Wolffs, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan van Lyth, als gemachtigde van Jan Touwmans, zich heeft doen inleiden in zijn opgewonnen goed en ruiming gezonnen heeft (2-11-1567;5-12-1567 en 4-8-1567). Transfix

686 1567 november 2..
Luenis Verhorst en Jan van Kessel, schepenen te Grave, oorkonden, dat Derick Sel een panding verricht heeft op de in de vrijheid van Grave gelegen goederen van Meryke Wichens. Transfix

687 1567 december 5.
Luenis Verhorst en Jan van Kessel, schepenen te Grave, oorkonden, dat Derick Sel zich heeft doen inleiden in zijn opgewonnen goed en ruiming gezonnen heeft en dat Meryke Vichens hier van verwittigd is (2-11-1567). Transfix

688 1568 februari 8 .
Jacop Haenen en Jan van Kessel, schepenen te Grave, oorkonden, dat Henrick in de Delle en Bertke e.l. aan Volter Peterssoen vander Beeck en Volter Peterssoen inde Stove als mombers van de kinderen van wijlen Henrick Boyen, t.b.v.die kinderen, opgedragen hebben een op paaszaterdag te betalen rente van 3 phil.gls., gevestigd op:
a)een in de Stoven bij de Raem gelegen huis en erf;
b)de in de Stoven gelegen huizing van inde Delle voornoemd.
Transfix

689 1568 april 29.
Luenis Verhorst en Jan van Kessel, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Otten en Aelke e.l. aan Peter Jacops en Metke e.l. opgedragen hebben een in de weverstraat gelegen huis en erf.

690 1568 juni 4.
Luenis Verhorst en Jan van Kessel, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Derick Sel,voor hemzelf;
2)Jan van Lyth, als gemachtigde van Jan Touwman te Nijmegen, aan Ermit Janssen en Berber e.l. opgedragen hebben een halve schuur en twee koolhoven, gelegen inde Stoven, zijnde de door opdragers opgewonnen goederen (2-11-1567; 5-12-1567; 4-8-1567 en 29-10-1567). Transfix

691 1569 maart 8.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Henrick Hermans en Weijndell e.l.aan Peter vanden Broeck, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van de armen, opgedragen hebben een erfbrief, die gewag maakt van een rente van 1½ phil.gl. Transfix

692 1569 juni 10.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Jan Verheien Derixsoen en Henriske e.l. aan Henrick Janssen en Jenneke e.l.opgedragen hebben een stuk peelland, zoals vermeld in de erfbrief waar deze brief doorgestoken is. Transfix

693 1569 juni 14.
Jan Coenen en Thies Gremmen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Otten de Jonge en Hilleke e.l. aan Frerick van Os en Enneke opgedragen hebben een van de twee huiskes,die Otten voornoemd gekocht had van Andries Smyts, in diens hoedanigheid van:
1) man en momber van Enneke Beltkens,
2)de erfgenamen van wijlen Jan Beltkens en Margriet e.l. en welk huiske gelegen is bij de Borchstraet.

694 1569 september 26.
Schepenen te Beers, oorkonden, dat:
1)Merry Diemers, weduwe;
2)haar zoon Reijner Diemers;
3)haar dochters Lijss en Griet Diemers
aan Peter vanden Broeck, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van het Sint Catharinagasthuis, opgedragen hebben een rente van f 3,-- jaarlijks te betalen op Sint Victorsdag (10 oktober) en gevestigd op een huis en hofstad met 3 stukken land, gelegen opten Acker, waarvan:
a)voornoemde huizing en hofstad, met de ene zijde gelegen naast het erf van Lijsske Diemers en met de andere zijde naast het erf van de joffer van Gerwen, met het ene eind schietend op de gemeynt en met het andere eind op het erf van de joffer van Gerwen, weduwe,voornoemd;
b)voornoemde 3 stukken land, gelegen met de ene zijde naast het erf van Frans van Steenhuijs en met de andere zijde naast het erf van voornoemde weduwe van Gerwen, met het ene eind schietend op het erf van Thijss van Beers en met het andere eind op de gemene straat.

695 1570 april 21.
Lambrecht Wolffs en Jan van Kessel, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jacop Giesberts en Henneke e.l. aan Jan Wolterssoon en Willemke e.l. opgedragen hebben een op 30 april te betalen rente van 3 brab.gls., gevestigd op:
a)een in de oliestraat gelegen huis en erf;
b)een buiten de brugpoort inder Schietstege gelegen koolhof.

696 1570 augustus 1.
Ermijt van Lunen en Wyllem Wyllemssoen, schepenen te Mill, oorkonden, dat heer Gerit van Lunen, priester en pastoor te Wanroij, aan zijn neef heer Anthonys van Lunen de bediening gegeven heeft van de kapel van Sint Hubert onder Mill.

697 1572 mei 20..
Rutt Vergeest Hermanssoen en Peter Hermanssoen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Gerit Jan Lenaertzsoen en Jaexke e.l., aan meester Arnt van Boeckholltz, Loenis Verhorst, Thijss Gremmen en Frans Leuwens, provisoren van de Armen binnen de stad Grave, ten behoeve van de armen, heeft opgedragen een rente van 2 phil.gis., te betalen op paaszaterdag (paasavond) ) en gevestigd op een kamp lands van ongeveer 2 morgen.

698 1573 februari 1.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Arnt Jacob Marttenssen en Aelke e.l. aan Ott Kaell en Hijllicke e.l. hebben opgedragen twee verschillende erfbrieven met een transfixbrief waar deze-brief doorgestoken is. Transfix

699 1573 mei 9.
Jan Veeler en Hermen Vergeest, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Jan Moeren en Heijlke e.l. aan meester Aert van Bocholt, Matheus Schremmen, Frans Leuwens en Luenis Verhorst, provisoren en armmeesters van het geest- en gast huis te Grave, ten behoeve van de Graafse huisarmen, opgedragen hebben een rente van 2 malder rogge, te betalen op pinksteravond en gevestigd op een kampke hooiland van ongeveer 2 kleine morgen, gelegen te Linden bij het gemene broek

2130 St. Catharinagasthuis Grave, 1291-1973

Inleiding

Regestenlijst.

1550-1599

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

699

1573 mei 9.
Jan Veeler en Hermen Vergeest, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Jan Moeren en Heijlke e.l. aan meester Aert van Bocholt, Matheus Schremmen, Frans Leuwens en Luenis Verhorst, provisoren en armmeesters van het geest- en gast huis te Grave, ten behoeve van de Graafse huisarmen, opgedragen hebben een rente van 2 malder rogge, te betalen op pinksteravond en gevestigd op een kampke hooiland van ongeveer 2 kleine morgen, gelegen te Linden bij het gemene broek

Beschrijving zegel:

Met vrij gave zegels van voornoemde schepenen.

Zie ook:

Toegang 2130, Inv.nr. 1356

700 1573 juni 10..
Schepenen te Escharen oorkonden, dat Fijdtge Berbertz, weduwe van Peter Henrix, afstand gedaan heeft van haar aandeel in een rente van 2 malder rogge, die het Graafs gasthuis tijdens de kerstheilige dagen placht te betalen en gevestigd op goederen die dat gasthuis in gebruik heeft. Transfix

701 1573 juni 29..
Jan van Kessel en Mathies Gremmen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Henricxke, weduwe van Henrick de Kael, met Goirt en Derick van Steenhuys verklaard heeft, dat Jan Otten d'Alde een rente van 3 phil.gls., gevestigd op een aan de Sint Jorisstraete of Weverstraete gelegen huis en erf, kan lossen met 50 phil.gls. - elke phil.gl. ter waarde van 25 brab.stuivers-

702 1575 april 13..
Lambrecht Vervoirt en Jan van Huerne, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Belyke, weduwe van Wyllem Goirts Brouwers;
2)haar dochter Neeske;
3)Belyke en Neeske voornoemd, als vertegenwoordigsters van de onmondige Henrick, de zoon van wijlen Claes Verheyenssoen Ververs bij Belyke, de dochter van voornoemde Belyke, aan Jan van Tongerloo en Meryke e.l. opgedragen hebben een aan de Rogstraat gelegen huis en erf.

703 1575 juni 3.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Ott Kaell en Hyllicke e.l. aan de provisoren van het sint Catharinagasthuis binnen de stad Grave, ten behoeve van dat gasthuis, hebben opgedragen een erfbrief met drie transfixbrieven, waar deze brief doorgestoken is en die gewag maakt
van een rente van 3 malder rogge en 4 phil.gls. Transfix

704 1575 augustus 5.
Lambrecht Vervoirt en Otto Creft, schepenen te Grave, oorkonden,dat Peter Jacopssen en Metke e.l. aan Henrick Janssen en Derixke e.l. opgadragen hebben een in de Weverstraete gelegen huis en erf.

705 1576 januari 8.
Jan Coenen, burgermeester, en Lambrecht Vervoirt, schepen te Grave, oorkonde, idat:
1)Wolter Peterssoon en Anna e.l.;
2)voornoemde echtelieden namens hun broer en zwager Boy;
3)Peter Willems en Yke e.l.;
4)Jan Lamberts en Meth e.l.;
5)voornoemde Lamberts, namens de kinderen van Peterssoon opten Hoogen,
aan Mathies Gremmen, Luenis Verhorst en Frans Leeuwens, provisoren van het geesthuis, t.b.v.de armen te Grave, opgedragen hebben een rente van 3 brab.gls., gevestigd op een rente van 4 phil.gls., zoals vermeld in de brief (8-2-1568), waar deze transfixbrief doorgestoken is. Transfix

706 1576 februari 26.
Schepenen te Escharen oorkonden, dat Jan Wijllems en Anna e.l. c.s. aan Wijltea van Gestell en Merrij e.l. opgedragen hebben:
a)een huis en hofstad met schuur, gelegen bij de gemene straat;
b)een opt Rott gelegen stuk land.
Transfix

707 1576 mei 10.
Schepenen te Escharen oorkonden, dat de nagelaten kinderen van wijlen Arnt Lamberts bij zijn huisvrouw Aelke aan Goert Thomassen en Lijntge e.l. opgedragen hebben een huis en hofsteedke, gelegen bij de gemene Noetwech en de gemene straat

708 1576 november 6.
Schepenen te Escharen oorkonden, dat Wyllem van Gestell en Merrij e.l. aan Thonis Wellens en Claesske e.l. opgedragen hebben de helft van:
a)een huis, hofstad, schuur en land;
b)een opt Rott gelegen stuk land.

709 1577 juni 10.
Peter Thijssoen en Wijllem Marttenssoen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Gerit Jan Lenaertssoen en Grietke e.l. aan Luenis Verhorst, Thijs Gremmen en Frans Leuwens, provisoren van het Graafse gasthuis, ten behoeve van de armen, opgedragen hebben een rente van 3 brab.gls., te betalen op 13 mei en gevestigd op een stuk land van ongeveer 4 morgen, gelegen bij de middelwetering

710 1578 oktober 18.
Schepenen te Escharen oorkonden, dat tZeell Marttens en Eerke Mett Rieckendochter e.l. aan Jenneke Segersdochter opgedragen hebben een erfbrief, die gewag maakt van een rente van 2 phil.gls. Transfix

711 1578 november 29..
Huebert de Best en Remmeth van Rymsdick, schepenen te Grave oorkonden, dat Jan Schul en Neeske e.l. aan Derick Geritssen opgedragen hebben een aan de gemene straat gelegen huis en erf.

712 1579 juni 17.
Jan Coenen en Jan vanden Velde, schepenen te Grave, oorkonden, dat Grietke, huisvrouw van Jan Claessen, schoenmaker, aan deze het vruchtgebruik gegeven heeftvan haar goederen na haar overlijden.

713 1579 juni 17.
Jan Coenen en Jan vanden Velde, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Claes, schoenmaker aan zijn vrouw Grietke het vruchtgebruik gegeven heeft van zijn in de vrijheid van Grave gelegen goederen na zijn overlijden

714 1580 december 7.
Jan Coenen en Remmeth van Rymsdick, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Anna, weduwe van Jan Roevers;
2)Rutsaert de Cock-Engelsman en Lysbeth, dochter van voornoemde Roevers,e.l.;
3)Alaert de Jonge Jan Rooverssoen
aan Jacop Lamberts en Ymmael e.l. opgedragen hebben een aan de Borchstraet gelegen huis en erf.

715 1581 december 20.
Schepenen te Escharen oorkonden, dat Jan Monnyck Janssoen en Truij e.l. aan Mathijs Gremmen, gasthuismeester van het Sint Catharinagasthuis te Grave, ten behoeve van dat gasthuis, opgedragen hebben een op 24 december te betalen rente van 12 brab.gls., gevestigd op hun aandeel in een halve kamp lands, gelegen bij de maasdijk en de middelweg; losbaar op pachtdag met de pacht en 200 brab.gls..

716 1582 februari 6.
Henrick Arntzsoen en Derick Hermanssoen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat broeder Gerit van Nijmegen, priester en pater van het Convent van Jeruzalem te Venray in het Land van Kessel, namens dat convent, aan Jan van Hoeij Janssoen en Mett e.l. heeft oogedragen een erfbrief, die gewag maakt van een rente van 3 phil.gls. Transfix

717 1582 februari 10.
Heyman Haenen en Henrick Claes, schepenen te Cuijk oorkonden, dat Jan van Hoeij Janssoen en Mett e.l. aan Mathijs Gremmen, armmeester van het Sint Catharinagasthuis te Grave, ten behoeve van dat gasthuis, opgedragen hebben een erfbrief, die gewag maakt van een rente van 3 phil.gls.. Transfix

718 1582 december 21.
Luenis Verhorst en Goirt Claessen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Arnt van Beeck en Mery e.l. aan Anneke Bernt Verbeecksdochter opgedragen hebben hun aandeel in een huis, dat zij gekocht hadden voornoemde Anneke's zuster Hilleke Bernts, en het gehele huis is gelegen aan de gemene straat bij het erf van het geesthuis. Transfix

719 1583 maart 19.
Luenis Verhorst en Gairt Claessen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Henricxke Bernts aan haar zuster Jenneke Bernts heeft ongedragen haar aandeel, te weten het derde deel in een achter het nieuwewerk gelegen huis (21-12-1582). Trasnsfix

720 1583 mei 10.
Wyllem Marttens en Jan Goerts, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Thyss Geritz aan Thyss Gremmen, armenmeester te Grave, ten behoeve van de armen van Grave, heeft opgedragen een rente van 12 phil.gls., te betalen op 1 februari en gevestigd op een huis, hofstad en land van 2 hollandse morgen, gelegen bij den Krummendick.

721 1584 maart 5.
Zeger Driessen en Alart Rutten, schenenen te Cuijk, oorkonden, dat Hanrick van Steenhuijs en Jaexke e.l. aan Adriaen Pottenbecker, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van dat gasthuis, opgedragen hebben een op 22 februari te betalen rente van 2 malder rogge, gevestigd op:
a)goederen, gelegen achter het Loe opten Maesen;
b)een kamp lands, gelegen bij de strait en de gemeynt;
c)een kamp lands, gelegen inden Leemput.

722 1584 juni 6.
GoirtClaessen en Peter van Aken Willemssen, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1. Jan Hol Janssoen. als gemachtigde van zijn vader Jan Hol;
2. voornoemde Jan Hol junior en Jenneke van Haselberch e.l.
aan Arnt Henricxssen en Yke e.l. opgedragen hebben, een achter de Marstal gelegen huis. Transfix

723 1585 mei 1.
Goirt Claessen en Alaert Verheyen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Arnt Henrixssen en Yke e.l. aan Gerit van Son en Heylke e.l. opgedragen hebben een bezegelde brief, waar deze transfixbrief doorgestoken is en die gewag maakt van een achter de Marstal gelegen huis (6-6-1584). Transfix

724 1587 maart 31.
Roeloff van Dael en Jan Cornelissoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Henrick Verheyen en Wouter, de zoon van Gerit van Nuijs, op verzoek van Lysbet, de huisvrouw van mr. Herman Olislaegers, producente in deze, verklaringen afgelegd hebben over in een kistje aanwezig geweest zijnde gouden penningen

725 1587 juli 10.
Schepenen te Escharen oorkonden, dat Johan van Hoessden Arntzsoen en Bartholomeus Giesbertzssen, als executeurs en trouwgelders van het testament van wijlen Jenneke Zegersdochter, aan Thonis Peter Segerssoen hebben opgedragen een erfbrief met transfixbrief, waar deze brief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 2 phil,gls„ Transfix

726 1588 januari 15.
Roeloff van Dael en Jan Cornelissen, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Marten vanden Velde;
2)Henrick Tennegieter, lals gemachtigde van Dierck Sproncx Peeters te Breda;
3)Marten voornoemd, als gemachtigde van Lyske Sproncx,
aan Ghijsbert Piepe, leidekker, en Lijsbeth vanden Schaer e.l. opgedragen hebben, een aan de kerkstraat gelegen huis en erf.

727 1591 maart 16.
Aert Michielz en Cornelis Claessoen, schepenen te Mill, oorkonden, dat Wolter Jan Cornelissoen aan Arien Pittenbecker, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van de armen, heeft opgedragen een erfbrief met transfixbrief waar deze brief doorgestoken is en die gewag maakt van een op 2 februari te betalen rente van 12 vat rogge.Transfix

728 1592 maart 18.
Derick Derixz en Henrick Jordenssen, schepenen te Escharen, oorkonden, dat Henrick Martenssen en Jenneke e.l. aan Ariaen Pottenbecker, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van dat gasthuis, opgedragen hebben een rente van 3 brab.gls., te betalen op 21 juli en gevestigd op een stuk land van ongeveer 1½ morgen, gelegen opt Hommersim.

729 1597 april 29.
Arnt van Dael en Henrick Bungeler, schepenen te Grave, oorkonden, dat Art Jacops Bruisselere en Lyske Cornelis Loeffsdochter e.l. aan Hanrick Janssen en Lyske Hermansdochter e.l. opgedragen hebben een achter de Marstal en aan de gemene straat gelegen huis en erf

730 1598 januari 19.
Hanrick Bungeler en Loeff vanden Broeck, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Janssoen Bastiaens en Ansem Hanrickx, als momber van Bastiaen Janssoen, aan Yke Vosch, weduwe van Jan Derix, metselaar, opgedragen hebben een schepenbrief, waar deze transfixbrief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 3 brab.gls. (12-12-1552 en 11-7-1556). Transfix

731 1599 oktober 15.
Overeenkomst tussen Alart van Eijl, provisor van het Gasthuis te Grave, en de Kamer van Rekeninge te Brussel, waarbij aan het Gasthuis een kooltuin in een aangeplempte hoek van de binnengracht in erfpacht wordt gegeven tegen 5 stuiver per jaar, te voldoen aan Reijnier van Bocholt, rentmeester van de Domeinen te Grave en het Land van Cuijk, onder voorwaarde dat de gracht niet ten nadele van de molen wordt vervuild, daar de drie koolhoven van het Gasthuis, dienende tot potage voor de armen, door afgraving vanwege de aanleg van fortificatiën vernield zijn

4.019 beschreven archiefstukken

2.565 gedigitaliseerd

totaal 101.223 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inventaris

Het archief van de provisoren, respectievelijk regenten van het Graafse Sint Catharinagasthuis en van de rentmeesters van dit gasthuis (nos. 1-1135)

Het archief van de rectoren van de gasthuiskapel in Grave (nos. 1136-1139)

Het archief van de provisoren van de tafel van de Heilige Geest en van de geesthuismeesters

Het archief van de weeshuismeesters in Grave (nos. 1474-1495)

Het archief van de commissie van de armenfabriek in Grave (nos. 1496-1503)

Stukken van kerkelijke aard (nos. 1504-1529)

Stukken betreffende de Graafse broederschappen en schutterijen (nos. 1530-1532)

Stukken betreffende het gasthuis van de dertien armen te Herpen (no. 1533)

Stukken waarvan het verband met voorafgaande archieven niet duidelijk of in het geheel niet gebleken is (nos. 1534-2111)

Bijlage: Aan andere archiefinstellingen eventueel over te dragen stukken (nos. 2112-2127)

4.019 beschreven archiefstukken

2.565 gedigitaliseerd

totaal 101.223 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal