Notaris Johannes Bax (de Herentals) oorkondt dat broeder Johannes, zoon van Gerardus de Harlem alias de Traiecto, uit het bisdom Utrecht, nog niet geprofeste kloosterling in het kartuizerklooster van Sint-Sophia in Vught, zijn testament gemaakt heeft, waarbij hij na zijn dood een kerkelijke begrafenis wenst en aan de Sint-Lambertuskerk in Luik 1 stuiver legateert. Hij schenkt onmiddellijk na zijn professie aan het kartuizerklooster in Vught een lijfrente van 200 pond Utrechts op de stad Utrecht en enkele boeken namelijk kardinaal Hugo in zes banden over de Bijbel, de Relevatio Brigitte, het Corpus Iuris Canonici in vier delen met Johannes Faber en de instituties en vele andere boeken over diverse onderwerpen, die echter in gebruik zullen blijven bij zijn broer meester Bernardus, doctor in het kerkelijk recht en kanunnik van het grote kapittel van Utrecht, zolang deze leeft. Hij legateert 5 rijnsgulden aan door hem met name te noemen personen, te betalen door het klooster. De rest van zijn goederen die hem zullen toevallen krachtens erfrecht geeft hij als schenking onder de levenden aan zijn moeder. Gedaan in het klooster in een kamer.
Notaris Johannes Bax (de Herentals) oorkondt dat broeder Johannes, zoon van Gerardus de Harlem alias de Traiecto, uit het bisdom Utrecht, nog niet geprofeste kloosterling in het kartuizerklooster van Sint-Sophia in Vught, zijn testament gemaakt heeft, waarbij hij na zijn dood een kerkelijke begrafenis wenst en aan de Sint-Lambertuskerk in Luik 1 stuiver legateert. Hij schenkt onmiddellijk na zijn professie aan het kartuizerklooster in Vught een lijfrente van 200 pond Utrechts op de stad Utrecht en enkele boeken namelijk kardinaal Hugo in zes banden over de Bijbel, de Relevatio Brigitte, het Corpus Iuris Canonici in vier delen met Johannes Faber en de instituties en vele andere boeken over diverse onderwerpen, die echter in gebruik zullen blijven bij zijn broer meester Bernardus, doctor in het kerkelijk recht en kanunnik van het grote kapittel van Utrecht, zolang deze leeft. Hij legateert 5 rijnsgulden aan door hem met name te noemen personen, te betalen door het klooster. De rest van zijn goederen die hem zullen toevallen krachtens erfrecht geeft hij als schenking onder de levenden aan zijn moeder. Gedaan in het klooster in een kamer.