1460 april 26
Willem Lippen van Zeelst, commissarius van abt van Achternaken, oorkondt in tegenwoordigheid van leenmannen abt, dat:
Willem van Kessel verklaart te hebben overgedragen aan zijn zuster Bela, vrouw van Willem van den Rooij, hoeve in Someren tot Voertken, voor 800 Rijnsgulden, bestemd als haar ouderlijk erfdeel, en verzoekt aan commissarius en leenmannen tienden van Deurne, zijnde leen van abdij, te doen verheffen als 'bipand' voor genoemde Bela en haar man, aan welk verzoek wordt voldaan
Leenmannen: Arnt Beerhout, Willem de Bruin, Arnt Koolen en Jan Jans van der Diesdonk
Origineel (inventarisnr 831)
1460 april 26
Willem Lippen van Zeelst, commissarius van abt van Achternaken, oorkondt in tegenwoordigheid van leenmannen abt, dat:
Willem van Kessel verklaart te hebben overgedragen aan zijn zuster Bela, vrouw van Willem van den Rooij, hoeve in Someren tot Voertken, voor 800 Rijnsgulden, bestemd als haar ouderlijk erfdeel, en verzoekt aan commissarius en leenmannen tienden van Deurne, zijnde leen van abdij, te doen verheffen als 'bipand' voor genoemde Bela en haar man, aan welk verzoek wordt voldaan
Leenmannen: Arnt Beerhout, Willem de Bruin, Arnt Koolen en Jan Jans van der Diesdonk
Origineel (inventarisnr 831)