Hoeve (d'aude) Stroetbolle vormde de kern van het leengoed Stroetbolle dat in de tweede helft van de 14e eeuw uiteen viel in drie afzonderlijke lenen, te weten: genoemde hoeve, een leengoed dat eveneens Stroetbolle bleef heten en het Bunsland (Bunsland, later verbasterd tot Bruynsland, werd begin 17e eeuw omgedoopt in Vogelsanck). De benaming 'Stroetbolle' duidt op een zandige hoogte of bult in een moerassig gebied (in casu 'Het Broek'). * 

Het Hertogshuis was in oorsprong een burcht, gebouwd door een der grafelijke voorgangers van de hertog van Brabant in deze contreien. Na in de 13e eeuw tot jachthuis van de Brabantse hertogen te zijn gedegradeerd, duikt het slotje begin 14e eeuw in de Brabantse leenregisters op als zijnde een leengoed van Arnoldus de Linen oftewel Arnoud van Leende. Aangezien de tand des tijds echter stevig aan de voormalige burcht heeft geknaagd, kreeg Lucas van Erp in 1401 toestemming van hertogin Johanna van Brabant de bouwval af te breken en op de fundamenten een nieuw huis te bouwen. *  In het Strick-grefier werd aangetekend: 'Lucas van Erpe hout een huys, gheheyten dat Hertoghenhuys, lyghende tot Sinte Oedenrode neven de kercke aldaar, mitten borchgrecht daerop gaende, daertoe behorende, ende is een volle leen' *  ; de oude slotgracht, lopende rondom het oude huis en de ernaast gelegen kapittelkerk, bleef dus behouden. Genoemde Lucas van Erp was de vader van Jan van Erp welke in 1459, op grond van wanbetaling van erfrenten, veronderpand op (d'aude) Stroetbolle, deze hoeve aan mr. Ambrosius van Dynter verbeurde. * 

In 1552 kwamen (d'aude) Stroetbolle en het hertogshuis weer in één en dezelfde hand, toen Jan Millinc, die reeds sedert 1545/1547 de hoeve in leen had, het Huis kocht. *  Beide leengoederen, leenroerig aan de hertog van Brabant danwel de Staten-Generaal, kenden de volgende twee eeuwen steeds weer eenzelfde eigenaar, totdat Maximiliaen Carolus, graaf van Lalaing, in 1774 het Hertogshuis en de hoeve (d'aude) Stroetbolle (inclusief de hoeve Vogelsanck waarmee hij in 1772 was beleend) verkocht aan respectievelijk de Rooienaar Jacob Cornelisse van der Hagen en de Bosschenaar Jacob Kien, stadhouder van de schout van het kwartier van Peelland.

De hoeven (d'aude) Stroetbolle en Vogelsanck bleven in het bezit van de afstammelingen van Kien totdat zij in de tweede helft van de 19e eeuw werden aangekocht door Willem van Homberg te Sint-Oedenrode, lid der Provinciale Staten van Noord-Brabant. *  De oude slotgracht rondom het Hertogshuis werd in 1787 gedempt, terwijl het Huis, in de loop der eeuwen vele malen afgebrand en herbouwd, in de 19e eeuw wederom tot een ruïne verviel. De laatste restanten van het Huis werden in 1913 bij de bouw van een nieuwe jongensschool opgeruimd. * 

Het archief is in 1988 geïnventariseerd door D. van Hooren.

Rijkarchief in Noord-Brabant, 1997