De regenten en ingezetenen van Helvoirt, Esch, Haren, Udenhout en Berkel beklagen zich bij de Raad van State over Marcelis Bles, vorster te Helvoirt en pachter van de houtschat te Helvoirt, Willem Lombart, pachter van de houtschat te Esch, en Adriaan van Dal, pachter van de houtschat te Haren, Udenhout en Berkel, die zich niet ontzien om in weerwil van de oude gerechtigheden van het hout op particuliere erven dezelfde houtschat te eisen als van hout op domeingrond. Met apostille van 18 december 1698, waarbij wordt bepaald, dat van te verkopen hout van particuliere erven de zesde penning mag worden gevorderd.
De regenten en ingezetenen van Helvoirt, Esch, Haren, Udenhout en Berkel beklagen zich bij de Raad van State over Marcelis Bles, vorster te Helvoirt en pachter van de houtschat te Helvoirt, Willem Lombart, pachter van de houtschat te Esch, en Adriaan van Dal, pachter van de houtschat te Haren, Udenhout en Berkel, die zich niet ontzien om in weerwil van de oude gerechtigheden van het hout op particuliere erven dezelfde houtschat te eisen als van hout op domeingrond. Met apostille van 18 december 1698, waarbij wordt bepaald, dat van te verkopen hout van particuliere erven de zesde penning mag worden gevorderd.