Karel, hertog van Brabant, oorkondt dat zijn vader in 1462 onderzoek heeft laten doen naar de gebruiksrechten van gemeinten en Lonijs van Lancvelt onlangs een stuk heide en broek bij Lierop buiten de palen van de gemeint van die van Lierop, beginnend aan Bullensberch naar Stipdonck naar Egelransput en vandaar weer naar Bullensberch, verkregen had van Rutgher van Erp geheten van Lyeshout. De rentmeester van het kwartier van Den Bosch moet de cijns en het voorlijf registeren en jaarlijks de cijns innen op de cijnsdag in Lierop. Hij beveelt zijn drossaard en rentmeester-generaal van Brabant, zijn schout en rentmeester van Den Bosch en zijn schout van Peelland, dat ze Lonijs van Lancvelt het voorschreven stuk hei en broek laten gebruiken. Gegeven te Brussel.