Jan Dognies, kanunnik van Fosse en persoon van Asten, was gehinderd door heer Anthonius Franciscus Raymondi te Rome in het personaat van Asten dat hij gekregen had, na overlijden van heer [Jhannes] del Rio, kanunnik en deken van Antwerpen en persoon van Asten, van de abt van Floreffe die het begevingsrecht bezat. Daarna had de aartsdiaken hem in het bezit gesteld van dit ambt en van de tiend en ander inkomen. Op 20 augustus 1624 had hij een akte van maintenue verkregen van de Raad van Brabant en deze overhandigd aan de procureur van Anthonius. Deze wilde een ontmoeting in het portaal van de kerk van Asten op 21 augustus. De deurwaarder van de Raad had zich op die dag vanuit Eindhoven naar Asten begeven. De procureur van Anthonius verzette zich en werd voor de Raad gedaagd op 4 september. Tijdens de procedure stierf Anthonius waarna Jan de Resmont, priester, kanunnik van Sint-Jan evangelist in Luik, een overeenkomst voorstelde via een notarieel instrument van 20 januari 1627. De Raad gaat akkoord met het voorgestelde en beveelt Jan de Resmont er zich aan te houden ten behoeve van Jan Doignies.