Schepenen van Eersel oorkonden dat Willem, zoon van Lambrecht Willemssen, en Alidt Jan Thijssen schuldig waren aan Cathelijn, weduwe van Jan Leijsen, een rente van 400 gulden en een obligatie van 200 gulden aan wijlen Peter Haengreeffs Heesmans, welke nu afgelost zijn, waarna beiden verklaarden schuldig te zijn aan de abt van het godshuis van Postel een losrente van 600 gulden tegen 30 gulden per jaar uit (wat betreft Willem) twee aaneen gelegen akkers in Duizel, geheten Den Grooten en Cleyne Bleecken, en uit een beemd geheten Het Ossen Eeussel, beide aan een openbare weg gelegen, en uit (wat betreft Alidt) haar aangelag met erop staand huis en hof in Duizel, en uit een akker genoemd De Streep, beide aan een openbare weg gelegen, en uit een akker geheten De Coppen, gelegen aan een openbare weg en aan genoemde Bleeckacker.