Opten anderen dach in julio.
Jan van Benthem, heer van Heeswijc, oorkondt, dat aan abt en convent van Berne 2 stukken land toebehoren: het ene op Bernhees, buiten het hek aan de kant van Dynteren binnen de oude gracht, strekkende van de Audrix-akker tot op het Rolleken, nu genaamd het Hofstedeken; het andere bij de Donck richting [aan de kant van] Loesbroec, zich halverwege in de Rijt uitstrekkende; waarbij hij ter wederzijdse zekerheid alle bezit bevestigt, dat het klooster van zijn vader en van zijn grootvader verworven heeft, en alle bezit op Bernhees, verkregen van heer Aelbrecht van Dynter en heer Almerijc van Heeswijc.
b. Gevidimeerd in de akte van 1 mrt 1423 (reg. nr.500, voorl. nr.).
c. Eenv. afschrift (ca.1400) op papier; 2e afd. A. 11, map 9 nr.l.
d. Eenv. afschrift (ca.1400) op papier; 2e afd. A. 11, map 10 nr.lc.
e. Afschrift in Bullarium Roovers (ca.1630), blz.101 [108].
f. Auth. afschrift van notaris Gijsbert Bosch, 1635; 2e afd. A. 11, map 8 nr.2.
g. Auth. afschrift van notaris J. van Huppel (17e eeuw); 2e afd. A. 11, map 8 nr.1.
h. Afschrift in G. van den Elsen, Ms. Heeswijk en Dinther, blz.76; het slot ontbreekt hier.
i. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.175.
Op Sente-Andriesavont des apostels.
Schepenen van Drunen oorkonden, dat Aert Kivit Kivitszn zich met schepenbrieven heeft laten rechten - vanwege bewezen achterstal ten laste van Ghibe van den Zile betreffende 9 geerden erf, die vroeger Marselius van Baerdewic bezat - aan 4% geerden met opstallen, nader gesitueerd; en dat Aert Kivit deze in eigendom heeft gekregen.
b. Geinsereerd in de akte van 25 juli 1389 (reg. nr.446).
c. Niet letterlijk, maar inhoudelijk geinsereerd in de akten van 7 jan. 1344 (reg. nr. 221) en 28 juli 1346 (reg. nr.233).
d. Getypte tekst in Map-Afschriften, naar oorspr.
1337, feria tercia post dominicam Letare Jherusalem.
Schepenen van Buschoducis oorkonden, dat heer Henricus Bijndop, priester, verkocht heeft aan Henricus Wert, schoonzoon van Johannes Loze, een achtererf van wijlen meester Ghevardus aldaar op het Hinthamereind over het water met de opstallen, belast met de heerlijke cijns en met een cijns van 3 pond; waarbij de akte werd overgedragen betreffende dit erf en de weg erheen vanaf de poort op het voorerf tot aan het water.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.
Te Broesele; 1336, in Palmsondaghe.
Jan (III), hertog van Brabant, oorkondt, dat hij de ingezetenen van Rixtel, Aerle en Beka bevestigt in het bezit van hun gemeint, zoals deze door Miclaus de Svaave, drossaard van Brabant, is afgepaald na een geschil tussen deze ingezetenen en de heer van Gemart; met als getuigen heer Willem van Duvenvoerde en heer Lonys van Borgh, rentmeesters van Brabant.
b. Gedrukte tekst in A.F.O. Sasse van Ysselt, Oorkonden betreffende Rixtel ('s-Hertogenbosch 1920), blz.25-26, naar een origineel transsumpt van 19 juli 1462, maar onder de verkeerde datum 1336.
Nota. Voor de herkomst van dit afschrift, zie de nota bij het regest van 4 dec. 1300 (reg. nr.109).
Feria tercia post Assumptionem beate Marie virginis.
Schepenen van Buschoducis oorkonden, dat Henricus van der Donc, bloedverwant van wijlen heer Willelmus, investiet aldaar, tegen een cijns van 5 pond verkocht heeft aan Gerardus van Arle, priester, ten behoeve van hem en zijn broers en zuster het achtererf van wijlen meester Ghevardus op het Hinthamereind over het water met opstallen, deel van de erven die Johannes Lu-weken, man en voogd van Salome, dochter van wijlen mr. Ghevardus aan Henricus voorn. voor een cijns van 10 pond had uitgegeven, op voorwaarde, dat de weg achter het voorste deel, nl. van de poort naar achteren gemeenschappelijk zal zijn.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.
1329, sabbato post festum beati Valentini martiris.
Schepenen van Buschoducis oorkonden, dat Johannes Luweken z.v. Alebertus Loze zijn gehele erfgoed, destijds woonerf van zijn schoonvader meester Ghevardus, gelegen op het Hinthamereind aldaar aan beide zijden van het water, tegen een cijns van 10 pond heeft gegeven aan Henricus van der Donc, bloedverwant van heer Willelmus, investiet aldaar; waarbij Henricus en heer Willelmus hebben toegezegd, dat zij ofwel binnen 4 jaar 4 pond van de 10 zullen betalen uit een ander erf - dit tot meerdere zekerheid voor Johannes - ofwel binnen deze termijn deze 4 pond zullen lossen met 38 pond, exclusief de 4 pond cijns (van dat jaar).
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.
Lovanii; feria tertia ante festum beati Luce ewangeliste.
Johannes (III), hertog van Brabantia, oorkondt, dat hij aan de ingezetenen van Rixtel, Aerle en Beke toestaat om voor hun gemeint een schutter ("nuntius") aan te stellen, die een geldboete van 5 schelling mag opleggen bij elk geval van schutten van vreemd vee, waarvan 2 schelling voor de heer, 2 voor de kerk ter plaatse en 12 penning voor de schutter; dat zij bovendien deze gemene gronden in cijns mogen uitgeven of verkopen tot het bedrag, dat zij als cijns moeten betalen aan hem, de hertog, en aan de abdij van Epternacum (Echternach).
b. Gedrukte tekst in: A.F.O. Sasse van Ysselt, Oorkonden betreffende Rixtel, ('s-Hertogenbosch 1920), blz.24-25; zonder opgave van vindplaats, maar blijkens de spelvarianten niet naar het afschrift in het abdijarchief; in een niet smetteloze transcriptie en onder de foutief opgeloste datum 15 oktober, lees 17 oktober.
Nota. Voor de herkomst van dit afschrift en extract, zie de nota bij het regest van 4 dec. 1300 (reg. nr.109).
Des manendages voir Sint-Jansdaghe Baptist.
Schepenen van Herpen, Nenneken van Wamel en Jan Mildeman, oorkonden, dat Jan VerenLyedekinensone heeft verkocht aan het convent van Berne 24 Hollandse morgen - 6 hond voor 1 morgen - in de Eect naast de hof van heer Rogyrs Stevedonc-waarts, met de gehele bijbehorende sloot, vanaf het Velperbroeck tot Heyllen (in de vidimussen: Heylken) toe, inclusief de toegangsweg tot Heillen, om er met hun wagens en ploegen over te rijden; waarna Jan, zijn vrouw Aleyt en haar voogd voor de rentmeester en de schepenen ervan afstand hebben gedaan en heer Henrick van den Grave, broeder van het convent, het land heeft aanvaard, belast met een heerlijke cijns van 6 kleine penningen, en Jan voorn. en zijn zoon Jan en Didderick van Brede (in de vidimussen: Breda) borg staan.
b. Gevidimeerd in een gezegelde Bossche schepenakte van 23 sept. 1622; II. O. 7a.
c. Gevidimeerd in een gezegelde akte van schepenen en raad van Den Bosch van 26 juni 1625; II. O. 7b.
d. Getypte tekst in Map-Afschriften.
Maendaegs na Dertiendach.
Schepenen van Huesdene oorkonden, dat frater Lambertus, pastoor ("persona") van Hedichusen, aan de abt van Berne heeft toegezegd hem te betalen de 34 pond, die Willem van Hedichusen aan de abt moet betalen, wanneer deze erom vraagt, ingeval Willem weigert te betalen; mocht de abt het bedrag langs de bank van lening hebben opgenomen, dan zal Willem de kosten hiervan en van de dingbank moeten dragen volgens de met frater Lambertus overeengekomen regeling - zie de akte van 25 febr. 1308, waardoor deze is gestoken - waarbij dan de waarde van het lam, dat de abdij van den Dorenbosche naar het huis van Gerard Sotkens heeft vervoerd, in mindering wordt gebracht, omdat frater Lambertus dit al heeft kwijtgescholden en als voldaan verklaard.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.
Nota. Geen paasstijl verondersteld, zie Inleiding.
Up Sente-Mathijsdach.
Schepenen van Huesdene oorkonden, dat frater Lambertus, pastoor ("prochiaen") van Hedichusen, namens het klooster van Berne aan Willem van Hedichusen heeft kwijtgescholden 34 pond, die deze samen met Heineman den Couden en met Jan Willemszn volgens een schepenbrief tot een bedrag van 90 pond schuldig was; met dien verstande, dat Willem deze 34 pond schuldig blijft aan frater Lambertus, en binnen een vastgestelde tijd moet worden afgelost; zij oorkonden ook, dat Willem heeft beloofd zich hieraan te houden, en tevens, dat hij heeft beloofd, betreffende de vestiging van een schuld op onroerend goed, die zijn zoon Jan had gedaan ten opzichte van het klooster, deze zoon te doen houden aan de door frater Lambertus getroffen regeling.
b. Getypte afschrift in Map-Afschriften.