Archieven

26 In de naam van de heer Amen. Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen de geachte Francijn Dilissen van den Broeck, geboortig van Eindhoven, tegenwoordig ziek te bed liggen in het huis van Henrick Swolffs te Liempde, in het bezit van haar verstand en ze wil haar testament opmaken. Ze beveelt haar ziel aan bij de almachtige God en wil een christelijke begrafenis. Ze vermaakt aan haar zuster Margriet wonend te Eijndhoven het vruchtgebruik zolang die leeft en na haar dood aan haar kinderen Hendrik en Maria verwekt bij haar man wijlen Jan van de Weijer het erfrecht en erfdeel van een huis, staande en gelegen te Eindhoven, direkt na dood van de testatrice te aanvaarden. Verder vermaakt ze aan haar neef Hendrick van de Weijer, de som van 290 guldens, uit te betalen zoals de testatrice aan hem kenbaar heeft gemaakt zonder dat die daarover rekenschap hoeft af te leggen. Al haar andere bezit dat ze na haar dood zal nalaten, vermaakt ze aan Hendrik en Maria als kinderen van haar zuster Margriet verwekt bij Jan van de Weijer voor wat betreft ene helft en aan Anneken en Dielis als kinderen van wijlen Jenneken ook zuster van de tesatarice verwekt bij haar man Huibert de Haen, die daarvan de andere helft al heeft. Ze benoemt de kinderen van haar zusters als haar enige erfgenamen. De testarice verklaart dat dit haar testament is en wil het als zodanig hebben uitgevoerd. Aldus gepasseerd te Liempde op 12 juni 1704, in aanwezigheid van Dilis van der Dussen en Adriaen van den Bichelaer als getuigen. Ondertekend : Francijn van den Broek, Dilis van Dussen, Adriaen van den Bichelaer, quod attestor Corn. Wittebol, notarius publicus.