Archieven

29 In de naam van de heer Amen. Voor mij Cornelis Wittebol,notaris residerend te Boxtel verscheen Lambert Janssen van de Ven en diens vrouw Barbel Huibers van den Bichelaer, wonend te Liempde onder Vrillickhoven, welke Lambert ziek in bed ligt en Barbel gezond van lijf en leden, beiden in het bezit van hun verstand en geheugen. Ze maken hierbij hun testament op. Ze bevelen hun ziel na hun overlijden aan bij de almachtige God en willen een christelijke begrafenis. Ze vermaken over een weer aande langstlevende van hen beiden al hun na te laten bezit en benoemen elkaar daarin als hun univerdsele erfgenaam. waarmee de laatslevned e naar eigen keuze mag handelen. De langstlevende is daarvoor verplicht na dood van de eerstoverledene, aan Antonij Janssen van den Bichelaer de som van 30 gulden te betalen en dat uit te delen zoals de testateur mondeling heeft aangegeven, zonder dat Antonij daarover aan iemand rekenschap hoeft af te leggen. Verder vermaken ze aan Antonij de som van 260 gulden, dat na dood van de laatstlevende zal worden gedistribueerd zoals hem mondeling is opgedragen. Van dat geld dient 200 gulden op rente uitgzet te worden. Antonij hoeft daarover aan niemand verwntwoording af te leggen. Deze 260 gulden direkt na dood van de langstlevende te voldoen. Verder willen de testateurs dat de *stokgoederen* die dan nog onverdeeld zijn, zullen versterven op de familie waarvan afkomstig, waarbij de dode partij met de levende zal delen. De testateurs verklaren dat dit hun testament is en willen het zo hebben uitgevoerd. Aldus gepasseerd ten woonhuize van de tesateurs op 18 juli 1704 in aanwezigheid van Jan Eijmers van den Bicheler en Jan Janssen van Limpt als getuigen. Ondertekend : merkteken van Lambert Janssen van de Ven, Barbel Huijberts van den Bichelaer, Jan Eijmerts van den Bichelaer, Jan Janssen van Liemde, quod attestor Corn. Wittebol, notarius publicus.