Archieven

1 Missive van A.Verster rentmeester der geestelijke goederen in kwartier Oisterwijk op een rekest van Nicolaas van Heurn koopman te Amsterdam verzoekende dat de Ho: Mo: gelieven te approberen de collatie door Willem Raymond Lamorald Joseph de Bierens Heer van Baerlo Greefraedt Putting etc. groot-deken van Aken, proost van Rutten etc. als last en procuratie van Ferdinand van Neverlo Heer van Baulet van het beneficie van het personaatschap of pastorije van Esch in kwartier Oisterwijk, het laatst bezeten door Theodorus van Schelluijnen met tienden cijnzen en renten; idem op een rekest van Anna Maria van Eussum weduwe van wijlen Rudolf Jan Baron van Grotenhuys tot Veenhuys moeder en voogdes van haar twee minderjarige kinderen in echt verwekt door bovengenoemd R.J. Baron van Grotenhuys tot Veenhuys geassisteerd door haar momboir Engelbert Tiberius Haring, Baron van Hanricxma, Thoe Heegh, inhoudende dat door het overlijden van Theodorus van Schelluyne, in leven predikant te Amsterdam, het beneficie vacant was en dat zij suppliante in haar kwaliteit als erfgenaam ex testamento van wijlen Adriana Geertruid de Vriese tot den Weesenberg dochter van wijlen Johan Gerhard de Vriese tot den Weesenberg, die het genoemde beneficie geconfereerd had aan de nu overleden Theodorus van Schelluynen, thans daarvan de patronesse of collatrice zijnde, de collatie van het voors. beneficie had gedaan op Petrus Steensma predikant te Gerkens-Klooster in de provincie Friesland zoals blijkt uit de akte van 7 juli 1776 en zulks vermits de afstand gedaan door Egbert Jan van Ayta en wie dat beneficie was geconfereerd en door hem hierover kennis was gegeven aan rentmeester Verster; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken.