Archieven

16 Rekest van een groot aantal geërfden en een groot deel der notabelste ingezetenen van de heerlijkheid Tilburg aangevende dat de huidige drossaard een stadhouder of substituut had aangesteld zonder dat de leden van het corpus daarin gehoord waren en dat hij bovendien van de Ho: Mo: de approbatie van die aanstelling had ontvangen, wat door de indieners van het rekest werd ervaren als een schadelijke nieuwigheid en aangezien die substituut nu was overleden was men beducht dat de drossaard wederom een nieuwe substituut zou aanstellen en dat wilden ze voorkomen en verzochten de Ho: Mo: er in te voorzien dat de representanten eerst gehoord zouden moeten worden en mocht al een approbatie verleend zijn pleitte men er voor de zaak uit te stellen; gevolgd door een zeer uitgebreid relaas over de directie en behandeling der justitie en het werk van de lokale politie [3 tekstkolommen]