Archieven

17 Rekest van Johannes Petrus Anthonius de Cocq chirurgijn binnen de vrijheid Sint Oedenrode die op 24 januari 1770 aldaar als chirurgijn is aangesteld; dat hij vanaf het begin van zijn aanstelling heeft moeten ondervinden dat hij door J.W. van Nouhuys stadhouder van de kwartierschout van Peelland op allerhande wijze op onderscheiden tijden en wel speciaal tijden van het zgn. patriottisme op een alleszins ongehoorde wijze is mishandeld, hebbende gemelde stadhouder van zich kunnen verkrijgen hem suppliant op een alleszins ongehoorde en gans wederrechtelijke wijze op te zeggen het emploij als dorpschirurgijn, verzoekende de suppliant dat het haar Ho: Mo: behagen mocht voor zover het hem suppliant aangaat, de genoemde stadhouder Nouhuys te gelasten om hem suppliant het effect van zijn aanstelling als chirurgijn in gevolge zijn commissie dd. 20 januari 1770 gerustelijk te doen en laten genieten, hem supplianten alle kosten te vergoeden en dat ze de stadhouder willen aanschrijven om hem in zijn functie die post in alle rust te laten bedienen en de beide doktoren Van Baar en De Lauweren te gelasten, hem suppliant in diens beroep niet verder te stremmen; een kopie is gesteld in handen van de gedeputeerden belast met de Meierijse zaken.- zie ook folio 661