Archieven

53 Rekest van de regenten van Vught en Cromvoirt te kennen gevende ‘dat haar gemeente strekkende is tot aan de fortificatiën en buitenwerken van de Groote Schans buiten Den Bosch geleegen, als weesende gelegt op gemeentens grond; dat, vermits het laage waater in de soomer, de buiten gragten van die werken bij na droog zijnde der supplianten koebeesten en paarden in de voors. gemeente weidende, door deselve koomen te loopen en verder in het pootsel op de buitenwerken geplant; dat het voors. bestiaal als dsan door het garnizoen van de schans werd aangehouden en daar door de supplianten schade toegebragt; dat de supplianten daar tegens niet, als door het bewaaren van de voors. beesten, met groote kosten, ongerustheid en ongemakken, konnen voorsien, ’t geen ligtelijk soude konnen voorkoomen werden door een klein tuintje of afheininkje rontom de buitengragt, de fortificatie in geenen deele hinderlijk, te doen maaken en daar toe de willige pootsel, op die werken staande, te emploijeeren, versoekende, sij supplianten, dat daarvan in het bestek der aan te besteeden werken een articul mag werden gemaakt of gestelt, en dienvolgende het maaken van het tuintje of afheininkje in manier als voors. is, daar onder werden begreepen’. De heren die in commissie langs de Maas komen zullen hierover besluiten