Archieven

111 Bericht van ontvanger Essenius op een rekest van Guillaum van Heeswijk cum suis eigenaars en bemalende de korenwindmolen staande binnen de heerlijkheid Vught in kwartier Oisterwijk verzoekende aan haar Ed: Mo: de interpretatie van art. 13 op de ordonnantie van het gemaal ten plattelande van Brabant en gelieven te verklaren dat de ingezetenen van Vught en alle anderen gehorende onder de bijvang van zijn molen, zich precies naar de inhoud van art. 13 zullen moeten reguleren als ook aan de ingezetenen van Helvoirt of Halder [er staat Helderen] en alle anderen te gelasten dat zij zich moeten onthouden van binnen Vught enig gemalen meel of gebakken brood in te brengen, alles op een boete van 50 gl. en verbeurdverklaring van karren, paarden of schuiten