Archieven

41 Bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen Weveringh van Holij op een rekest van de ingezetenen van het dorpje Hagoort zijnde een aparte heerlijkheid vallende onder de generaliteit en grenzende aan Waalwijk in kwartier Oisterwijk doch niet gehorende onder de Meierij van ’s-Hertogenbosch als alleen in het kerkelijke onder Waalwijk waarmee het een combinatie vormt, maar zij worden afzonderlijk aangeslagen in de verpondingen; inhoudende bovendien dat de ingezetenen van dat dorpje van de ware christelijke gereformeerde religie zijn zonder dat er ook maar één roomse ingezetene woont en dat de predikant van Waalwijk aldaar komt prediken en ook het H.Nachtmaal der Heren bedienen; wanneer de schoolmeester van Waalwijk de kerkdienst komt waarnemen en dat daarom aan hem is toegelegd een traktement van 30 gl. , waarbij de godsdienst gedaan wordt in een kamer of vertrekt van een der supplianten huizen, vermits er geen kerk of kapel is en dat het getal der toehoorders, met de toeloop van naburige aangelegen inwoners, doorgaans en speciaal in de zomer, zo groot is dat de dienst ‘niet als met confusie’ in een kamer wordt verricht; de supplianten zouden overigens wel genegen zijn een kapel te bouwen waarvoor een van de inwoners de grond aanbiedt, maar de onkosten kunnen ze zelf niet dragen; ze verzoeken de Ed: Mo: van ’s lands wegen de penningen daartoe te verstrekken of hen permissie te geven om een collecte te houden in de plaatsen en steden gehorende onder het district van de generaliteit en de opbrengst te gebruiken voor de opbouw van een kapel en dat verder de penningen die op de predikdagen in die kapel zouden worden gecollecteerd alleen zouden moeten worden gebruikt tot onderhoud der te stichten kapel; na deliberatie is besloten op dit verzoek niet in te gaan maar zullen drossaard en schepenen ouderlingen en diakonen van Waalwijk, dat wanneer haar Ed: Mo: in hun resolutie van 28 januari 1707 hebben goedgevonden,