178.93 Resoluties Staten-Generaal (178.93)
122 Rekest van de roomse ingezetenen van Mierlo in kwartier Peelland die om permissie hebben verzocht om een nieuw kerkenhuis te mogen bouwen naar het model bekend uit Geldrop en Nuenen; dat de supplianten in 1752 hun kerkenhuis hadden gemaakt conform het model van Nuenen voor wat betreft de uiterlijke gedaante en van binnen mede alzo op die wijze ‘den timmer aangerigt’ met voornemen om die mede te voltooien zoals in Nuenen is gebeurd nl. ‘de stijfbanden in te doen en den booventimmer te bekleeden met plancken, het welck de supplianten gaarne souden volbrengen, te meer, alsoo den timmer daartoe was aangeleght ende swakheyd van den timmer sulcks nu noodsakelyck vereischte, te meer omdat de banden daar in tot styving gemaakt behooren te worden, als wanneer met dat van Nuenen volkoomern over een soude koomen, volgens de voorschreve permissie in gemelde resolutie ]27.12.1751] vervat; dogh dat somwijle mogte worden begreepen, dat sulcks nu soude aanloopen tegens haar Hoogh Mogende resolutie van 20 december 1752, waarby haar Hoogh Mogende hebben verstaan dat geene vernieuwingen, timmeragien nogh melioratien binnen de Roomsche Kerckenhuysen moogen worden gemaeckt. sonder permissie van haar Hoog: Mog:, versoeckende de supplianten derhalven, dat haar Hoogh Mog: by interpretatie gelieven te verklaaren, dat de supplianten haar voorschreven kerckenhuijs meede van binnen moogen voltooien op die wyse en ordre als dat van Nuenen, in gevolge haar Hoogh Mogende resolutie van 27 december 1751’- een kopie wordt gezonden aan de kwartierschout van Peelland ter advisering aan haar Ho: Mo:. – zie ook folio 723