Archieven

158 Engeltien Herberts van de Ven doet afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een stuk akkerland groot ca. een lopenzaad, gelegen te Boxtel onder de Roondt, belendend Jan Hendricks a Kempen, Willem Janssen van Son, de kinderen van Arien Andries Rademaeker en meer anderen, de gemeijnte van Kempen. Nog inzake een stuk akkerland ter zelfder plaatse gelegen, belendend Willem Janssen van Son, Peter Dirck Geerits, de gemeijnte daar. Nog op onderpand van een stuk akkerland en groesland genoemd het Heijvelt, ter zelfder plaatse gelegen, belendend Jan Hendricks a Kempen, Claes Willems de Cort. Nog inzake de helft van een stuk teulland genoemd de Ekeren, in totaal groot 2 en een half lopenzaad, ter zelfder plaatse als voor gelegen, belendend Peter Herberts van de Ven, Michiel Dierck Geerits. Ze doet afstand ten behoeve van Willem Henrick de Brouwer en Henrick herberts van de Ven als voogden over haar kinderen die ze heeft verwekt bij Jan Henricks de Brouwer. Engeltien belooft alle lasten van haar kant af te handelen. Datum 28 oktober 1664, getuigen van Duijsel en Erven als schepenen.