Archieven

296 Wij drossaard, schepenen, kerk- en H. Geestmeesters met een groot deel van de *geerfden* van Boxtel, die zulks mede hebben ondertekend, daarmee het corpus van Boxtel vertegenwoordigend, geven hierbij opdracht aan Johan Brants cum suis als borgmeester van Boxtel om namens ons de som van 1600 gulden op te nemen, vanwege uitzonderlijke uitgaves en kosten die zijn veroorzaakt door een troep Franse ruiters, waarbij de gemachtigde daarvan later wel verantwoording dient af te leggen. Wij als bestuur verbinden daartoe al het bezit van de inwoners en de gemachtigde dient daarin alles zodanig te doen hetgeen wij zelf ook voor ogen gehad zouden hebben. Wij beloven alles na te komen wat daarin door deze gemachtigde zal worden gedaan etc. Als oorkonde opgemaakt, datum 13 maart 1666, op het originele ondertekend door de drossaard, schepenen, kerk- en H. Geestmeesters en een groot deel van de geerfden. Quod attestor A. Huijgens, 1667.(is dus een afschrift van een akte uit 1666)