Archieven

291 Jan de Hoesch machtigt hierbij zijn vrouw Mechteld dochter van Aernt Heijnmans inzake 2 schepenbrieven. De ene handelt over de helft van een stuk land met toebehoren genoemd de Bleexen Hof, gelegen onder Mulsel, belendend Gerit zoon van heer Gerit van Boxtel, Sophijen van de Cloet, welke helft Jan had verkregen van Aelbrecht van Autmolen en van Peter Coninck volgens de schepenbrief van Boxtel. De andere schepenbrief gaat over een stuk land gelegen onder Onrode, belendend een perceel genoemd de Pachtacker, de straat daar, welke perceel Jan had geerfpacht voor 10 lopen rogge per jaar volgens de schepenbrief ervan. Jan draagt beide brieven aan haar over en belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Verder wordt verklaar d dat Jan dat bezit had verkregen toen hij weduwnaar was. Datum in het octaaf van St. Agnes. Getuigen als voor.