Archieven

1197 Verzoek aan de heren schepenen. Ondergetekende Dirck Jacobs van Haren verklaart dat zijn oudste zoon meester Jacop verwekt bij diens eerste vrouw Marie Jans van de Weghe, onlangs zijn plaats heeft ingenomen in de abdij van Vlierbeecke. (Benedictijnerklooster nabij Leuven). Er is door de voogden een decreet van schepenen van Den Bosch verkregen om diens kindsdeel in de erfenis te mogen verkopen, om daarmee de kosten van de kledinmg etc. te betalen en wel voor 225 rijnsguldens hetgeen al is gebeurd. Omdat meester Jacop niet alleen moest worden voorzien van zijn kap en religieus habijt, maar ook een behoorlijk zwart kleed moest hebben om zich te kunnen presenteren, heeft men meubels en andere zaken in moeten brengen om de maaltijden te betalen zoals gebruik is bij een noviciaal die intrede doet hetgeen de verzoeker wel 250 gulden heeft gekost naast de vermelde 225 gulden. (vervolg) : De verzoeker vraagt om toestemming hiervoor van schepenen om daarvoor geld te lenen op het bezit van moederskant of van de grootmoeder, zodat er 250 gulden kan worden afgelost die was geleend door Wouter Jan Adriaens. Ondertekend : Dierxck Jacops van Haren. (in marge : schepenen geven toestemming voor 200 gulden, 30 april 1624, 2 apostilles in de marge).