Archieven

1166 Genoemde Katarina met haar voogd en Henrick staat toe dat de rente van 10 en een half pond per jaar mag worden afgelost tegen betaling van niet minder dan 3 pond per jaar, voor de 6 pond daarin tegen 5 rijnsguldens per pond met de rentetermijn waarbij de rijnsgulden een waarde heeft van 10 vuurijzers en de rest van de rente van 4 en een half pond tegen betaling van 5 peters voor elk pond, waarbij de peter een waarde heeft van 9 vuurijzers ook met de rentetermijn. Hetgeen meester Jan binnen een jaar aflost zal hij zonder rente betalen, verder moet Jan als hij wil aflossen 3 maanden vooraf opzeggen.