Archieven

68 Maria weduwe van meester Cornelis van den Noulant, in zijn leven openbaar notaris en secretaris te Boxtel, die daarvoor middels het testament van haar en haar man als langstlevende is gemachtigd, d.d. 26 juni 1637, belooft aan Jan Reijnders als voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Martens van Duijsel ten behoeve ook van die kinderen een jaarlijkse rente van 3 karolusguldens, elke gulden van 20 stuivers, steeds te betalen op 28 mei en voor de eerste keer per 28 mei anno 1648, vrij van alle heffingen en belastingen, op onderpand van een huis, hofstad en aanliggend erf, gelegen in de baronie van Boxtel in de Lange Steenstraat, b.p. Daniel Janssen, Jan Severt de Visscher, Christiaen Geerlincx, Jacob van de Sande, de *dorpsgrave* , waar tussenin de Lange Steenstraat loopt. Nog op onderpand van een tuin gelegen in de baronie van Boxtel, b.p. Jacob van (de Sande, JT) joffrouw Deliana de Roij, de heer baron van Boxtel, de Borchakker daar. De schuldenaresse belooft de rente gestand te doen. De rente is altijd aflosbaar tegen betaling van 68 gulden met alle achterstand ervan. Datum 28 mei 1647, getuigen Jan Niclaes Goossens en Cornelis Marijnen, schepenen.