Archieven

18 Hendrik van Abeelen en Anna Maria Antonij Hans Schoenmakers, echtelieden wonend te Schijndel verklaren, dat tussen 18 en 25 juli 1751 op een voormiddag omtrent 12 uur ten hunnen huize is gekomen Ambrosius Eijkemans, wonend te Gemonde onder baronie van Boxtel, die bij zich heeft Elisabeth Peters van der Cant, waarmee hij als doen bruidegom was en welke Eijkemans een woordenwisseling startte en zei, dat hij op zekere tijd zijn schapen is komen drijven omtrent woonhuis van de heer Grootveldt, predikant te Schijndel. En dat uit dat huis een zekere heer kwam. Eerst had hij gedacht, dat het de drost van het dorp was, maar kwam er achter, dat het de predikant was, die vroeg, wat hij daar met die schapen moest. Eijkemans zei: “Als ik U jaarlijks een vet lam gaf, zou dat wel mogen, waarop predikant zei, dat hij dan niets te vrezen zou hebben.