Archieven

51 Voor mij notaris en getuigen verschenen Frens, Dirck, Jan en Henderick als broers en kinderen van Aert Frenssen verwekt bij Eerken dochter van Dirck Rutten en hebben verklaard dat ze een deling hebben gemaakt van het bezit dat hun ouders hen hebben nagelaten en dat voor schepenen is vastgelegd en de delers verklaren dat het eerste en tweede lot niet op de juiste wijze werd omschreven. Omdat er daardoor kwesties zouden kunnen ontstaan, hebben ze de arbitrage ingeroepen van goede mannen en hebben hun eerdere deling als ongeldig verklaard. De delers verklaren aan mij dat het eerste erfdeel zal grenzen op de gemeenschappelijke straat toe en dus moet dat eerste lot de lasten dragen en de plichten nakomen zoals in de eerdere deling voor schepenen is vastgelegd. Verder is door de delers bevonden dat de vierde portie in de boedeldeling aan de derde portie 20 gulden zou moeten toegeven en thans in deze deling is afgesproken dat deze 20 gulden komen te vervallen. Nadat deze deling aan de comparanten is voorgelezen, hebben ze hier volledig mee ingestemd en ze beloven zulks na te komen. Aldus gepasseerd in aanwezigheid van Hendrick Willems van Beeck en Wouter Claes Hendricks, ondertekend op 26 mei 1644. Ondertekend: Jacop Aerts, Dirk Aerts, Jan Aerts, Henrick Aerts, Hendrick Willems van Beeck, Wouter Claes Henricks, quod attestor A. de Gram openbaar notaris.