Archieven

77 In de naam van de Heer amen. Vandaag 23 juli 1644 verscheen voor mij notaris en getuigen Willem zoon van Jan Willems van Geffen geassisteerd door zijn neef Bernaert Geertsen van Geffen met nog Hendrick Huijberts van de Merendonck als zijn neef, zijnde deze Willem de a.s. bruidegom ter ener zijde en Merieken dochter van Jan Mattijs Spierincks geassisteerd door haar vader Jan Mathijs Spierincks en haar moeder Handersken, zijnde deze Merieken de a.s. bruid ter andere zijde en hebben met elkaar de volgende huwelijkse voorwaardes gemaakt om eventuele konflikten tussen de familie van de eerstoverlijdende en die van de langstlevende in de toekomst te vermijden en maken daarover de volgende afspraken. Genoemde Willem als a.s. bruidegom zal al zijn bezit inbrengen, zowel roerend als onroerend. Als Willem komt te sterven voordat er een wettig kind in dit huwelijk is geboren, krijgt Marieken het vruchtgebruik van zijn gehele bezit. Als er wel kinderen worden geboren en als die sterven zonder wettig nageslacht, zal na de dood van de langstlevende hun beider bezit versterven op de familie waarvan het afkomstig was. Verder zal Marieke als a.s. bruid of haar ouders in dit huwelijk de halve akker inbrengen genoemd Craeckensteijn gelegen te St. Michielsgestel, nog het halve hopveld gelegen te Gestel aan de Pleijn en nog een zesterzaad land aan de hei in Gestel, verder twee melkkoeien, een paard een halve wagen en een bed met toebehoren, twee zakken met rogge, een zijde spek, een tobbe en stande, pot en ketels en verdere huisraad. Als Meriken als eerste komt te overlijden en er geen wettige kinderen in dit huwelijk zijn geboren, houdt Willem het vruchtgebruik van alle genoemde bezit, en als er wel kinderen zijn geboren en als die op hun beurt zonder wettig nageslacht sterven zal het bezit na dood van de langstlevende overgaan op de familie waarvan het afkomstig is. De comparanten verklaren dat ze deze afspraken zo na zullen komen.