Archieven

113 In de naam vn de Heer amen. Vandaag 21 februari 1643 verscheen voor mij notaris en getuigen Lambertien dochter van wijlen Tunis Lamberts, ziek ik bed liggend maar wel in het bezit van haar verstand en geheugen. Ze beseft de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en wil daarom eerst een codicil opmaken en wenst dat het als zodanig wordt nagekomen ook al zou het op sommige punten strijdig zijn met ander recht. Ze beveelt haar ziel zodra ze is komen te overlijden aan bij de almachtige God en wil haar lichaam in gewijde grond worden begraven. Ze bepaalt hierbij dat de kinderen van haar zoons Jacob Janssen en van Handrick Janssen zijnde verwekt bij haar eerste man Jan Jacob Goossens, allen zullen meeparten in het door haar na te laten bezit en benoemt hen als haar universele erfgenamen waarbij ieder kind of kinderen in plaats van hun vader komen en dat deze kinderen in vrede hun vaders erfdeel zullen verdelen. Als er daarbij een of meer van deze kindskinderen van de testatrice komen te overlijden zonder wettig nageslacht te hebben zal het bezit weer versterven op haar naaste erfgenamen, waarbij de dode partij met de levende zal delen. Als voogden over de minderjarige kinderen van Hendrick Janssen kiest ze Jacob Theunissen van Gemonde en Jacob Hendrick Tonissen en als voogden over het kind van Jacob Janssen kiest ze als voogden Bernaert Frenssen en Thonis Hendrick Thonissen en vraagt deze voogden om hun voogdijschap op zich te nemen en goed uit te voeren, zoals ze hen daarin wel toevertrouwt. De testatrice verklaart dat dit haar laatste wil is. Aldus geschied ten huize van de testatrice in aanwezigheid van Willem Jan Willems en Jan Aert Dircks als poorters van Den Bosch als getuigen. Ondertekend: dit merk is van Lambertien, dit merk is van Willem Jan Willems, Jan Aert Diercks, quod attestor A. de Gram openbaar notaris.