Archieven

303 Vandaag 12 november 1684 verscheen voor mij notaris en getuigen Anneken Geerling Reijnders meerderjarige dochter van Geerling Reijnders verwekt bij Arijken ..... met haar voogd Arien Peters van Swaensbergen die is gehuwd met Jenneken Geerlings, verder Jan Claessen Lamberts die is gehuwd met Maria Geerling Reijnders allen wonend te Berlicom en ze verklaren een deling te hebben gemaakt van het bezit van hun overleden ouders. Genoemde Arien Peters van Swaensbergen krijgt een huis, esthuis, tuin, boomgaard en akkerland groot ca. 2 en een halve lopenzaad, gelegen te Berlicom ter plaatse genoemd de Belverboom, belendend de kinderen van Dries Hendrick Claessen, de gemeenschappelijke straat, Thielen Jan Wouters. Het bezit wordt meestal genoemd de Laer zoals hun ouders hebben gekocht volgens een brief. Nog de helft van een weiland in totaal groot ca. 2 en een halve morgen gelegen te Berlicom, belendend de heer Capiteijn van Casteren, de andere helft van het weiland dat is toebedeeld aan Anneken Geerlings Reijnders, de gemeenschappelijke werf. Uit dit bezit jaarlijks 5 vaten rogge te moeten betalen aan de H. Geest van Berlicom, vervallend met Kerstmis, nog 5 gulden per jaar aan Cathalijn van Linburg, aflosbaar met 100 gulden, nog een hoenderchijns van 21 stuivers per jaar aan de Clarissen in Den Bosch, steeds te voldoen op de zondag na St. Andriesdag op het Beeckvelt, nog 2 stuivers per jaar gebuurchijns te Berlicom. Genoemde Anneken Geerling Reijnders krijgt een stuk akkerland gelegen te Berlicom groot ca. 2 en een halve lopenzaad meestal genoemd de Beerendonck, belendend Ariaen Peters van Swaensbergen, de gemeijnte van Berlicom, Thielen Janssen Wouters, zoals hu ouders dat in een boedeldeling hebben verkregen. Nog krijgt zij de helft van een weiland groot ca. 8 en een halve morgen gelegen te Berlicom, ter plaatse genoemd´t Reebroeck, of Wetten, belendend de heer van Blaerthom, Arien Peters van Swaensbergen, de gemeijnte van Berlicom, de heer Capiteijn van Casteren.