Archieven

418 Jan Aert Franssen te Gemonde onder de baronie van Boxtel bekent, dat hij schuldig is aan Arien Gerit Geritss een bedrag van 100 gulden vanwege een lening van 31-5-1657 met vermelding van de muntspeciën—het houdt verband met de huur van een weiveldje genoemd het Hoeffken onder Boxtel ter plaatse genoemd aen den Langenberch, een zijde Thomas Gijsberts, andere zijde Handrick Janssen van Hees, een eind Frans Aertss, ander eind de gemeijn straet. Getuigen: Jan Ariens van den Biechelaer, smid en Jan Janssen Spierincx.