Archieven

213 Handrick, zoon van Jan Jaspers de Bresser en Michiel Willems man van Maria, ook een dochter van Jan Jaspers, die in naam en vanwege Neelken hun moeder weduwe van Jan Jaspers de Bresser hebben bekend schuldig te zijn aan Wouter Jaspers de Bresser een bedrag van 140 gulden i.v.m. een vroegere lening, die op 1-2-1662 wordt vereffend in de vorm van “cruijsdaelders en ducatons” met in de linkermarge een notitie van 28-1-1670 een memorie van de hand van Jan Goijaerts als voogd van de kinderen van Jan Jan Jaspers, proprietaris van een weikamp genoemd de te Gemonde onder Boxtel ter plaetse genoempt aende Hooch Gemontsche Vurheijde in welke akte ook vermeld staat Jan Janss Gerits als man van Maria, dochter van Jan Jan Jaspers; met een beschrijving van de overeengekomen condities. Getuigen: Jan Adriaens van den Biechelaer en Gerit Handrick Wouters.