5116.16 Index notarieel protocol Sint-Michielsgestel (5116.16)
28 Handrick Arien Dirkx (80), uit Schijndel en Handrick Jacobs Weijgergancx (64) oud-schepen van Berlicum met een verklaring ten behoeve van Jenneke weduwe van Aert Jan Goijaerts namelijk “dat sij goede kennisse hebben dat de schuere die eertijts is affgedeijlt van de huijsinge nu toebehorende de voorschreven weduwe requirante daer sij tegenwoordich is wonende, pachte te staen dicht teijnde de voorscreven huijsinhe op het lodt hier affgedeijlt (welcke schuerplaetse nu tot hoplandt is gemaeckt) ende dat de oude missie plaets vande voorscreven huijsinghe plachte te wesen teijnden de selve huijsinghe streckende een luttel tegen de meergeruerde schuere ofte om wel te seggen tegens de schuerdueren ende alsoo tussen de selve schuere ende molendijck ende het heckengadt tegenover de schuerdeuren neffens den grooten eijck aldaer noch tegenwoordich staende aende westzijde van tselve oude heckengadt; ende verclaeren sij attestanten seer goede kennisse te hebben dat soo lange hun attestanten gedenckt de voorscreven missieplaets altijt open ende onbeheijndt heeft gelegen, gelijck dij alnoch tegenwoordich is liggende soo tot gerieff vande oude huijsinghe als schuere int gemeijn ende dat de propritarrissen vande oude huijsinghe oock altijt soo lange hun respectivelijck gedenckt hebben uijt ende in gevaren tot dese daege toe door het oude heckengadt sonder dat iemnt vande tegengeerffden daer op heeft gesproocken, of bij eenighe middelen tsij minnelijck off gerichtelijck beledt gedaen; oock verklaeren sij attestanten alnoch waeraechtich te sijn dat bij henne kennissen deselve goederen sommige sijn verdeijlt ende sommige vercoft ende alsoo over ende weer verhandelt, maer noijt hooren seggen oft vermaenen dat de proprietarissen vade schuere eenige preensie maecken op de eijken staende aende westzijde van het meer geruerde heckengadt naest de oude huijsinge,
Vervolg:
maer ter contrarie altijt geweten dat de proprietarrissen van de oude oude huijsinge de plaetse onder de selve eijken altijt hebben bekleedt off met hopstaecken off met brant off ander sints naer henne gelegentheijt gebruijckt gelijck hen eijgen goet, sonder dat oijt iemant daer op heeft geledt off tegensproocken in eenigerleij manieren, sulcx dat sij altijt in vredelijck gebruijck van dijen sijn geweest soo lange hun attestanten gedenckt; tot redenen van wetentheijt allegeerde die voorscreven Handrick Ariens dat hij dicht bijden voorscreven huijsinge oft immers inde buerte van de meergeruerde huijsinge ende schuere ter plaetse genoempt op den Rietwiel van jonghs kints is opgevoedt ende altijt gewoont ende verkeert totdat hij is comen te trouwen ende oversilcx van tgene voorscreven seer goede kennisse te hebben; Handrick Jacobssen 2e attestant allegeerde tot redenen sijnder kennisse dat hij inde gebuerte van deselve huijsinge te weten aen de Drieseeghde is gebooren en opgevoeijdt, oock in sijne jonckheijt bij Handrick Martens alder naest deselve huijs ende schuere heeft gewoondt ende noch teghenswoordich inde gebuerte is woonende ende alsoo van kints af altijt verkeert ende voorsulcx van tgene voorsscreven seer goede kennisse te hebben”. Getuigen: Meester Wouter van Davervelt uit Middelrode en Aert Janssen van den Heuvel uit Sint Michielsgestel.
Persoon in schepenakte:
Wouter van Davervelt
Aert Janssen van den Heuvel
Handrick Arien Dirkx
Handrick Jacobs Weijgergancx
Aert Jan Goijaerts
Handrick Ariens
Handrick Jacobssen
Handrick Martens
Datering:
20-04-1668
Pagina:
24
Soort akte:
Getuigenverklaring
Plaats:
Sint-Oedenrode
Akte aanwezig:
Ja
Toegangsnummer:
5116
Inventarisnummer:
Bron:
Notarissen
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd