Archieven

74 Goijaart Peters de Boer heeft afgelopen twee jaar van J.S. van Dompzelaar, secretaris schepenbank te Helvoirt een hoeve gepacht. De Boer en Dompzelaar hebben afspraken gemaakt hoe ze deze pacht doen beëindigen. De Boer moet nog het een en ander vereffenen en wel het gebruik van de wei tot half maart, gebruik van huis, schuur, enz. tot eind mei en van de akkers tot na de oogst van het jaar 1738. Dit komt neer op bedrag van 10 gulden en 3 stuivers en 59 vaten rogge, 20 vaten boekweit en 100 scharen dakstro. De Boer belooft rogge in te zaaien op twee percelen land, perceel op de Gijselt onder Haaren dat in het bezit is van Dompzelaar en perceel aan de Toldert te Helvoirt van de weduwe Martinus de Leeuw. Verder belooft De Boer om de akkers bij de hoeve in te zaaien met boekweit en zomerkoren voor 20-5-1738. Dompzelaar is gerechtigd dit graan, rogge, boekweit en zomerkoren te verkopen, te maaien en te dorsen met dien verstande dat de helft van zomerkoren en boekweit aan De Boer is en tevens de ingezaaide haver op het hoekje land aan de Toldert. Dompzelaar betaalt de lasten van de landerijen te Haaren en Helvoirt over de afgelopen twee jaren. De Boer is gehouden al het land dat hij in gebruik heeft gehad te cultiveren en in goede orde achter te laten.