Archieven

150 Voor schepenen van Helvoirt Daniël Franchois van Dompzelaar en Johannes Mastenbroek zijn verschenen echtpaar Andries Peters Smolders en Maria Cornelissen van Spreeuwen, beide wonend aan ’t Gessels Heijke alhier en gezond van lichaam en geest zoals dat duidelijk is gebleken tijdens passeren van de akte. Allereerst herroepen zij alle eerder opgemaakte testamenten die vóór deze datum door hen zijn opgemaakt. Vervolgens bepalen zij uit vrije wil en zonder enige dwang al hun huidige als toekomstige goederen, zowel onroerend als roerend, van welke aard en onder welke benaming dan ook, na te laten aan langstlevende van hen beide. Na dood van een van hen mag hij of zij over deze goederen beschikken als volledig eigenaar. Voorts bepalen comparanten dat zij hun dochter Hendrijna Smolders vorderingsrecht op nalatenschap toekennen van 50 gulden als ook volle eigendom van veren bed met toebehoren, een door haar gebruikt eiken kastje en na hun overlijden de linnen en wollen kleding van erflaatster als tegenprestatie voor haar trouwe diensten die zij tijdens hun ouderdom in huishouding heeft bewezen zonder dat dit legaat leidt tot vermindering van haar kindsdeel in nalatenschap. Na duidelijke voorlezing van voorgaande verklaren erflaters dat dit hun uiterste wil is. Aldus gepasseerd en door erflaters naar waarheid ondertekend samen met bovengenoemde schepenen en secretaris alhier. In kantlijn verklaart Peter de Vosch namens zijn echtgenote 18-10-1763 dat aan testamentaire beschikking met betrekking tot bovenvermeld legaat is voldaan.