Archieven

3 Jan Thomass heeft vercocht aan Jannen, Mathijssen ende Otken sijne 3 wettighe kijnderen, verweckt bij Aelken sijnder wittigher huijsvrouwe, huijs, hoff, hoffstadt, backhuijs, ackerlant, weijlant ende toebehoorten, altsamen aende anderen geleghen, groot int geheel een mauwersche lants in Berlicum ter plaetsen genaempt aenden veedijck, belendingen: Peeter Henricxss oost; Ariaen Zegerss ende weduwe Lambert Coppen; de veedijck voirs; welck huijs etc hem onder meer andere voorde helft aengestorven is midts doode van zaliger Aerden Thijssen zijns vercoopers broeders zone, ende dander helft overmits coope vercreghen heeft tegens Lamberden Thomassen zijns vercoopers broeder (schepenbrief vanden Bossche). Belast met een erfpacht van 1½ sester roggen den grooten gasthuijse binnen der stadt van sHertogenbossche; noch 25 gulden jaerlicx aende weduwe Lambert Thomass; noch eenen stuijver ende 3 oort osschijns int chijnsboeck van mijn heer den prelaet van Berne, met gebuerlicke rechten ende noch 3 stuijvers grontchijns int boeck vanden heer van Helmont tot Middelrode.
Testes Adriaen Rutten, Peeter Henricxss ende Geerart Breussen, schepenen.