Archieven

3 Gezien bij de schout-civiel en schepenen van Rosmalen verzoek aan hen gepresenteerd door Peter van den Broek weduwnaar van Johanna van Doorn, thans hertrouwd met Johanna van Grinsven weduwe van Gerardus Heijmans, wonend te Rosmalen, dat hem adressant ter tochte en zijn voorkinderen uit huwelijk met Johanna van Doorn ten erfrechte zijn competerend een perceel teulland genaamd den Costapelsstreep op de Lovaard onder Berlicum, dat hij adressant tot voortzetting van zijn boerderij en om de kost te winnen voor hem en zijn voornoemde kinderen nog allen minderjarig zijnde staande dit zijn laatste huwelijk heeft aangekocht een huis en landerijen, bij u bekend, daarop gevestigd heeft laten staan terzake van de koop 2100 gulden, waarop hij jaarlijks moet lossen; dat hij ook tot uitbreiding van zijn bedrijf zijn herberg als tot gerief der boerderij zijn huis heeft moeten vertimmeren en daar veel onkosten aan heeft gehad en schulden heeft moeten maken en niet in staat is indien hij niet zorgt voor prompte voldoening en hiervoor geen uitstel weet te vinden, als dat de adressant bedacht heeft voornoemd perceel land openbaar te verkopen en uit het provenue van dien af te lossen, de kosten welke ter zake voornoemd gerezen nog onvoldaan zijn; dat hij adressant vermeend daar geen nadeel aan zijn voornoemde kinderen zal toegebracht worden, vermits hun door het vergroten van zijn huis en verbeteren der landerijen, meerder voordeel te zijner tijd wordt aangebracht als het behoud van voorschreven perceel hen zou kunnen geven, terwijl hij door het behouden van gemeld huis en landerijen ook in staat blijft om zijn kinderen behoorlijk de kost te kunnen verschaffen. Hij had dit ook gevraagd aan Goijert van den Broek en Marius Westerlaken naaste bloedverwanten van vaders- en moederszijde die zich daarin konden vinden. Mede gezien feit, dat bloedverwanten het er mee eens zijn, gaan schepenen akkoord met verzoek.