Archieven

213 Compareerde voor heeren scheepenen deeser dingbanke van Vught Johannis Spens Coetssier van wijle de heer en mevrouw Marten Cornelis van Beerensteijn en Maria Katrien [Cheesphas] geweesene keuke meijt van voor gemelde heer de welke berigt sijnde dat boovengemelde heer de 26 deeser maant tot Rotterdam was overleeden en terwijl haar weijnige daagen voor sijn vertreck naa Hollant bekent had gemaakt dat hij sijn uijterste wil hat geordineert ende selve op gesloote in een ijsere kiste staan op sijn kantoir op het huijs ten Mourick tot Vught en dat vermits haar afgestorve heer bij sijn vertrek nog aan hem coste siet de [..] van sijn huijs, hadt aanbevoolen en hij in deese geerne den dier eijnden hadden versogt dat heere scheepenen de voorschreven ijsere kist ende verdere kasten en kasten provisonelijk soude gelieve te verseegelen en sulx tot tijt en wijle den heer en mr Cristiaen Poulus van Beeresteijn broeder van den overleedene althans absent soude sijn [geresarden] als dan in sijn presentie ondtregelt te worden ter efecten het pastome in gerequreerde form souden werden geopent en gepubliseert en daar uijt gesien wie den overleedenen tot erffgenaame had genommineert waar op gedillibereert sijnde is goed gevonden en verstaan te committeeren ten fine voor den heer officier beneevens ter schepenen Jan van Eijndhoven en Aart Teunisse Vissers met den vorster in absentie van den secretaris. Actum Vught deesen 30 augustus 1734. Den heer officier en scheepenen Jan van Eijndhoven en Aart Teunisse Vissers en de vorster in absentie van den secretaris hebben gerapporteert dat sij ter uijtvoerring van hunne commissij haar op heeden op gedraagen sig hebben vervoegt op ’t huijs te Mourick en al daar de opgemelde ijsere kist en verdere kasten van aangelegentheijt met het dorps seegel hebben gekassetteert. Waar op gedillibereert sijnde is goed gevonden en verstaan de gecommitteerde voor haar genoomene moijte te bedanken en dat vant geen voorschreven aan mr Cristiaen Poulus van