Archieven

58 Lambertus Johannis Brouwer gesubst. schout en schepen van de Hoofdbank van Cuijk als curator en voogd over de personen en administrateur over de goederen van Anna Charlotta Janisson weduwe van Gosselin de Marencourt en haar minderjarige dochtertje verwekt bij Gosselin de Marencourt en nog als gelaste van Carel Gustav Warmholtz Hofraad van Zijne Majesteit van Zweden, etc. en Francoisa Margareta Janisson e.l. (volmacht voor notaris Martin Fredrick Templien d.d. Stockholm 29 Sept. 1753, voor zoveel de genoemde weduwe en minderjarige betreft; van wegen Adriaan Graaf van Lijnden, ambtman van Grave en land van Cuijk alsmede schepenen der hoofdbank van Cuijk verleend d.d. 28 April 1753 heeft verkocht aan Willem Carel Baron van Snouckaert van Schauburgh Ridder van het Heilige Roomse Rijk, kolonel van de infanterie t.d.v. de Verenigde Nederlanden, etc. etc. de onroerende goederen onder Heeswijk: zeker huis of spijker, genaamd Overhaage rondom in zijn grachten met 2 vaste bruggen, boomgaard, visvijvers, moeshoven, broeklanden, elzenpassen, opgaande bosjes en beplante lanen met 2 aangelegen smaltiendvrije bouwhoven, bestaande uit 2 kapitale woningen met schuren en verdere aanbouwen, bouw-of teelland onder Heeswijk en bij de kinderen en erfgenamen van Francois Michiel Janisson en Anna Maria de Ville in leven e.l. in eigendom zijn geweest met een kelder, grafsteden en een gestoelte in de kerk van Cuijk. Genoemde goederen palende oost dhr. Brouwer, erfgenamen van Theunis Jacobs; west de gemeente; zuid de erfgenamen van Geurt Barten en Heijs Aarts en noord de gemene weg; het stukje land genaamd de Zaal daar onder begrepen; de Nieuwe Camp, weiland aan ’t Cuijksche broek, alsmede 2 naast elkaar gelegen hooi-of weikampen, genaamd den Hoogen en Laagen Beemt aan ’t Cuijksche broek; een stuk erf, genaamd de Sijp met een aangelegen weidje bij de Overhaage;