Archieven

50 Jan Ariens en zijn vrouw Trijneke Gerritz; Jan Aebe en Aeb Gerritz als momboirs van de onmondige kinderen van Gerridt Gerridtz en Metj, zijn vrouw zaliger (met speciale machtiging van Ludolph van Steenhuijsse, Vrijheer tot Heumen, Malden en Oploo, Amptman van Grave en het Land van Cuijk, luitenant-generaal der Cavalerie); Aeb Stevens en zijn vrouw Leijske Gerritz; en ten slotte Aeb Gerritz verkopen aan Jan Cornelisse en zijn vrouw Metj Gerritz een huis, hof, schuur en bijbehorend land, grenzend westw. aan de Weduwe van Gerridt van Thienen, noordw. aan Peter van Thienen, oostw. aan de gemeente, en zuidw. aan de vrouw van Jan Dirckz; verder nog een perceel land genaamd de Bor, grenzend oostw. en zuidw. aan de Heer van Meerwijck, westw. Jan Dirckz en noordw. de Heer secretaris Heuckelom. Jaarlijks belast met een afdracht aan het Gasthuis te Grave.