Archieven

192 Jan van Eeuwick , Aelbert Teijts ende Fijken sijne huijsvrouw, Jacop Coeberchs als momber van Jan Leunissen zaliger onmundige nagelaten kijnde. Peter van der Gheest ende Frensken Jelissen sijne huisffroue , lest wedue van Cornelis Coeberchs zaliger, ende Mathijs Coeberchs ende Jasper de Haen als mombers over de voorschreven Cornelis Coeberchs onmundige kijnderen bij de voorschreven Frensken verweckt, tesamen erffgenamen van Henneken Hanen zaliger weduwe wijlen Jacop Verheler, ende elck vrouwe persoon met haren gecoren momber etc. Hebben gevest Gerit Jans ende Weijndelken sijne huijsvrouw ende hueren erven, de gerechte helfte van een stuck lants genoemt De Muijll, in ’t geheel groot ongeveerlick 4 mergen gelegen met beijde sijden beneven Aert Willems erf, schietende metten enen eijnde op de weteringh mette weteringh ende schou met recht, ende metten lesten eijnde op den Vaerdijck metten halven dijck ende schou met recht daertoe staende. Ende hebben deselve helft alsoo voor opgedragen ende daerop vertegen etc. Ende gelooft te vrijen etc. vuijtgenomen de helfte van 3 gulden 15 stuver ende de helfte van 3 gulden, allet jaerlicx. Sonder argelist. Actum voor Willem Pouwels ende Thomas Jordens heijmraden.