Archieven

62 Jacomina Jans, w.v. Thomas Peeters, geass. door Eghbert Franssen en Reijn Aarts, als haar momboirs enerzijds; en Wijnand Jans en Grietje Thomassen el.; Thijs Lamers Zelten en Catharina Thomassen el.; idem Reijn Thomassen; alsmede Arnoldus Thomassen en Willemina Jans el.; allen kinderen van Thomas Peeters uit eerste huwelijk met Jenneke Reijnen; anderzijds; verklaren dat bij het aangaan van het huwelijk van de eerste comp. met voornoemde Thomas Peeters is bedongen, dat indien Thomas Peeters, zoals nu gebeurt is, zonder kinderen uit dit huwelijk na te laten, voor de eerste comp. zou komen te overlijden, zij eerste comp. alsdan voor een kindsdeel in de gehele boedel gerechtigd zou zijn; en verklaarden de comparanten over het genoemde kindsdeel, na bepaling van de omvang van de boedel, overeenstemming te hebben bereikt over de omvang en de invulling van dat kindsdeel. Namelijk, dat de laatste comparanten de volle erfelijke eigendom verkrijgen van alle gerede en ongerede goederen zoals die door de eerste comp. en haar man door zijn overlijden werden nagelaten, alsmede linnen, wollen, goud, zilver gemunt en ongemunt. Daartegenover nemen de laatste comparanten alle schulden op de boedel op zich en beloven aan de eerste comp. eenmalig een som van 175 gls en jaarlijks 39 gls te betalen en daarnaast een bed met toebehoren beschikbaar te stellen. Ook zullen ze haar na haar dood op dezelfde wijze als Thomas Peeters ter aarde laten bestellen. Het bed met toebehoren en het verdere meubilair dat uit de boedel aan de eerste comp. ter beschikking gesteld wordt zal na haar overlijden wer terugkomen bij de laatste comparanten.