Archieven

38 Maria Catharina van Hoofd vrouw van Antonius Josephus Zelands heeft aan de schepenen van ’s Hertogenbosch verzocht een curator aan te stellen om met haar man scheiding van bed, tafel en goederen overeen te komen. Benoemd wordt de groenroede Hamers voor de duur van zes weken. Antonius Josephus Zeeland moet binnen veertien dagen zijn belang aangeven bij A.A. van Coolwijk wonend te Megen als zijn gevolmachtigde volgens acte van procuratie voor schepenen van Megen op 8 februari 1772 en 9 april 1772. Het betreft de verdeling van capitalen met de interest en na aftrek van de schulden. Op 16 juli 1772 zijn verschenen Maria Catharina met haar broer Jordanus alsmede advocaat mr. Gerard Smits en haar procureur Johan Verster de Balbian ter eenre en Anthonius Josephus Zelands, geassisteerd met zijn zwager A.A. van den Coolwijk en advocaat mr. Willem Corn. Ackersdijk ter andere zijde voor de verdeling van de kapitalen. Zij zijn overeen gekomen dat A.A. van den Coolwijk zal overdragen aan Jordanus van Hoofd ten eerste een som van f. 1400,- volgens akte van 23 mei 1768 voor notaris Hendrik van Crooij door haar vader Matthijs van Hoofd geleend aan en Tomas Wouters van Boxtel wonend te Vugt. Nog f. 500,- door Antonius Sevaas op 16 mei 1770 voor notaris Jan de Gier beloofd. Nog een van f. 700,-beloofd door Francis van de Laar en Jan Everts op de 21 september 1770 voor de schepenen. Ten tweede alle de kleren, linnen en wolle aan haar toebehorend en ten derde van Anthonius een kapitaal van f. 1000,- ten laste van Johanna Maria van Goor te Ravenstein aangegaan op 15 januari 1767. Alles naar akte overeenkomst van 19 oktober 1775 voor de schepenen.