Archieven

24 Voor schepenbank van Lith verschijnt Met Venendaal, oud zoals ze zegt in haar 20e jaar, geboren te Leeuwen, door de vorster op 5-8-1793 gearresteerd, welke ter requisitie van Johan Elzen de vrij-drossaard van heerlijkheid Lith verklaart, dat op zondag 28-7-1793 ’s avonds om half zeven zich begeven heeft naar het huis van Jan Gerdesse, wijnkoper te Lith, nadat ze tevoren vernomen hadden door Hanneke van Weerdenburg, wonend te Lith, dat haar goed bij gemelde heer Gerdesse aan huis was, bij wie de comparante enige tijd als dienstmeid gewoond heeft, De vrouw van Gerdesse vertelt, dat ze haar huur en goed meegenomen heeft en vertrokken is naar Leeuwen. Ze geeft aan te weinig geld te hebben gekregen, maar Gerdesse vermeld, dat er dokterskosten door hem betaald zijn voor haar en tevens dat er later geslagen is op haar hoofd en dat daarbij zijn geweest Johanna Crielen vrouw van Maggiel Verhoeven en Toon de Weever. Gerdesse zou onder het slaan ook nog hebben gezegd, haar comparante de keel te willen afsnijden; de drossaard is vervolgens met haar naar Gerdesse gegaan, waar deze de comparante ook nog een schop gaf; de vrouw van Gerdesse heeft 8 stuivers en haat goed gegeven.