Archieven

33 Verslag van de schepenen van de heerlijkheid Heeswijk ten behoeve van Cornelis Hanegraaff, drossaard van de heerlijkheden Heeswijk en Dinther, welke onder ede hebben gehoord: Antonij Glaudemans 46 jr., Arie Rombouts 40 jr., beiden bouwlieden en Jennemie Jochem van Houtem 24 jr., allen wonend te Heeswijk. Comparanten verklaren op zondag 12 juli 1795 ’s-avonds rond 8 en 9 uur te Heeswijk zijn geweest omtrent de Hoef. 1e comparant kwam van Dinther, 2e comparant ging naar Rukven naar Johannis Vogels en 3e comparante kwam van Rukven en ging naar huis. 1e en 3e comparant hebben horen vloeken. 3e comparant verklaart aan de stem te hebben gehoord dat het mulder Klaas Koppens was en dat die vloekte tegen 1e comparant, welke over de sloot gesprongen is, waarna Klaas Coppens ook over de sloot is gesprongen en dat hij een mes had. Klaas Coppens zou de 1e comparant verwond hebben. 1e comparant zegt dat Nicolaas Koppens tegen hem zei: ik zal u vermoorden in het water, of er uit, zo als ik kan. 1e comparant heeft een snee in zijn arm en een steek op zijn rug en door zijn rok.