Archieven

355 Den Advocaat van Dunghen voor de juffrouw weduwe Vallen, overmits den arrest op den 22 september 1742 bij hem verkregen op de goederen van den heere Raedt van Afferden op heden den 23 september niet en is gepubliceert, doet hier mede vernieuwinge van arrest, centenderende deswegen tot praeferentie aen alle andere geene publicatie gedaen hebbende. Hierop hebben wij onderschrevenen ter requisitie van bovengemelde advocaat van Dungen voor de juffrou weduwe Vallen het gemelte arrest gerigtelijk vernieut in forma van het voorgaande als hier naer volgt. Op huijden den 22 sept 1742 soo doet mejuffrou de weduwe Vallen, woonagtig tot Rurmonde, mits desen gerigtelijk arrest ende beslagh, ende sulx uijt cragt van brieven requisitoriael geimpetreert van den Hove van Gelderlandt te Roermonde, ten fine van affectatie ende om voor alle andere gepraefereert te sijn aen alle de goederen, actien ende crediten, toebehorende den heer Johan Martin van Afferden, raetsheer in den voorschreven Hove, ende alhier tot Velp, lande van Ravenstein, vindbaar ende gelegen, en specialijck op het vierde part van Steeghsen Hoff ende ses ackers landt, omme daeraen te verhaalen eene somme van tweeduijsent vierhondert en viertigh rijxdaler, ses schillingen, 1,5 stuiver wegens geleverde wijnen en geleende penningen bij opgemelte heer raets heer schuldigh bekent, waer voor reghtspleginge is voor Hove van Gelderlandt, alles met de costen van reght hieromme gedaen, met interdictie aen de paghters van geene paghtpenningen van ’t voorseijde vierde part aen ijmant uijt te geven. Geprotocolleerd op 20-04-1743.