Archieven

324 Voor de schepenen verschijnt G. Tibos, pastoor van Reek. Hij legt uit dat zijn neef F. Kilsdonk, die theologie studeert aan de universiteit van Keulen, met zijn studie zover gevorderd is dat hij de priesterwijding zou kunnen ontvangen. Om de daaraan verbonden kosten te kunnen betalen draagt hij een aantal percelen onder Reek in eigendom aan hem over: 1. een stuk land grenzend aan Geurt Hendrix en Rut Jansse (jaaropbrengst 36 gld.) 2. een perceel bos gelegen naast Claes L. Boeraeker en Jan van Wiche (jaaropbr. 16 gld.) 3. een weiland genaamd het Helleke, naast de heer Willigen en Wilm Sgraeve (jaaropbr. 16 gld.) 4. een bosje aan het eind van het Soeterstraetje (jaaropbr. 7 gld) 5. een obligatie van 1550 gulden à 3½ % ten laste van Mart. Brax. De pastoor stelt zich met al zijn bezittingen borg voor een netto jaaropbrengst van 129gld. en 5 st. Geprotocolleerd: 05.12.1776.